
Eeuwenlang zat op Pauwstraat 7 ‘Hotel De Pauw’ met wisselende eigenaren.
© Gelders Archief: 1500-1910, fotograaf D.J. Moonen. Prentbriefkaarten Collectie Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
https://permalink.geldersarchief.nl/7FB4BDAE0C9E4300A36080AF2835B82F

Tussen 1962 en 1973 was het pension ‘Casa d’Italia Il Pavone’ op Pauwstraat 7 gevestigd. Achter het Fiatje (!) op deze vage foto staat dat opschrift boven de deur.
© Gelders Archief: 3044-2016, fotograaf onbekend. Migrantenproject. CC-BY-4.0 licentie (alle rechten voorbehouden).
https://permalink.geldersarchief.nl/CE5D0FBF8B5F48F5A50A25F45FCA6BCA
Herberg en hotel de Pauw (1451-1962)
Casa d’Italia Il Pavone (1962-1973)
Fotografie Rens Plaschek
Pleisterplaats voor postkoetsen naar Zutphen
De oudste vermelding van ‘huis de Pauw’ is uit 1451. De mooiste historische beschrijving met een verklaring van de naam komt van Antoon Markus uit 1907. Die luidt integraal:
‘De Pauwstraat werd vroeger beschouwd als een onderdeel van de Nieuwe markt; in eene oude opdracht vindt men haar aldus beschreven:
Een Huys ende Hoff stat geleghen in den straeten, doir men gheet uyt Sunt Johans Hall nae de Neyen merckt.
Doch in 1501 komt zij reeds onder den huidigen naam voor. Het is eene drukke straat, vooral op Vrijdag, daar zij tusschen twee marktpleinen in ligt; natuurlijk was de nering der bewoners op deze omstandigheid berekend, zoodat men er betrekkelijk veel logementen, koffiehuizen, herbergen en stallingen aantreft. Vooreerst het logement van P. A. Spaen, „de Pauw”; hier reed iederen morgen eene diligence af naar Zutphen, Deventer, Zwolle, Groningen en Leeuwarden. Op de bovenste verdieping van dit logement zag men eens in de vensterbank van eene der logeerkamers een echten pauw zitten, die daar met zijn prachtigen staart zat te pronken. Deze was weggevlogen uit een tuin in de Weverstraat, en was de straat, die mogelijk naar zijn geslacht of eene familie van dien naam genoemd was, eens gaan bezoeken. Nomen est omen, zeide er indertijd de Arnhemsche courant van. Tegenover „de Pauw” stond ,,de Konstabel” van H. Holsum, logement en stalling; hier reden, behalve verschillende vrachtwagens, dagelijks de diligences af van Overbosch naar Apeldoorn en Zwolle, van Steuk en de Roos naar Wageningen, van T. Heyting naar Doesburg en Doetinchem. Verderop had men het logement van D. Reyken, „het Haasje ; van hier vertrok dagelijks kwart voor zeven eene diligence naar Doesburg van Tempelaar. Deze had den naam van „den snorwagen , maar werd algemeen „het Snorretje” genoemd. Van genoemde logementen, waaronder we ook opmerken „de Korenbloem” van G. J. Sluiter, vertrokken dagelijks ook nog verschillende vrachtwagens naar alle richtingen. Ik geloof, dat in dien tijd de Pauwstraat nog de eenige straat was, waarin men eene rij boompjes aantrof; zij stonden voor het huis van den Gemeentesecretaris Mr. J. J. van Hasselt.’

Vanaf de Korenmarkt lag ‘In de Paauw’ en het woonhuis van de herbergier De Rooij aan de linkerzijde in de Pauwstraat, een pand voor het hoekhuis met de Jansstraat. De herberg en stal hadden gezamenlijk een oppervlakte van 1 5/6 vierkante (Rijnlandse) roeden. Het ernaast gelegen woonhuis stond op een perceel van 3 7/36 vierkante roeden. Een vierkante roede is gelijk aan 14.19 m2.
Bron: Aanteekening van de huizen, schuren, stallen, tuinen enz. binnen de stad, met betrekking tot het aandeel der eigenaars in het onderhoud van straten, opgemaakt door Frederik Beyerinck, 1762-1763.
© Gelders Archief: Oud Archief Arnhem, toegang 2000, inv.nr. 2051, fol. 12r (scan 27);
https://permalink.geldersarchief.nl/8C58A311D2164664A38D0E0781085D1A
De Paauw in de achttiende eeuw
‘The best in the city’
In de achttiende eeuw is De Paauw een geliefde overnachtingsplaats voor welgestelde reizigers. Het is één van de vier Arnhemse logementen die in 1721 in het Reis-Bock door de Vereenigde Nederlandse Provincien met naam wordt aanbevolen. De Engelse koopman John Farrington noemde het logement in 1710 zelfs het beste adres van de stad: ‘Lodged at the sign of the Pauw, or peacock, a good house enough, the best in the city.’
De familie, achtereenvolgens Assueer en Johannes, De Rooij zwaaide de scepter over de herberg en bijbehorende stal, bijgestaan door drie knechten en meiden.

Met dank aan Archeohotspot/Wim Schennink, 2023.
Eigenaars-geschiedenis
(wordt geregeld bijgewerkt)
ca. 1740 – ca. 1785: familie De Rooij, o.a. Assueer en Johannes de Rooij
1832: Bernardus Kerkhoff
Kadastrale gegevens 1832:
Arnhem O1709, Bernardus Kerkhoff, logementhouder te Arnhem, 420 m² huis en erf, klasse 1 belastbaar inkomen ƒ 1,60, gebouwklasse 11, belastbaar inkomen ƒ 300,00.
ca. 1856-1900 was de eigenaar P.A. de Spaen
Markus, p. en Hogerlinden (Arnhemsche Courant 1921).
ca. 1900-1927: F.C. Janssen
Advertentie in Markus, p. 402 en afbeelding Gelders Archief 1922 https://permalink.geldersarchief.nl/7FB4BDAE0C9E4300A36080AF2835B82F
In Gelders Archief is ook een foto foutief gedateerd 1920 en daarbij wordt C.J. Camminga als eigenaar vermeld. Die opende pas in mei 1927 als eigenaar De Pauw.
Advertentie. “Arnhemsche courant”. Arnhem, 04-05-1927., https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000106471:mpeg21:p004
ca. 1927: C.J. Camminga
advertenties Arnhemsche Courant
ca. 1960: familie en mevr. M. Sprenger
advertenties Arnhemsche Courant
1962-1973: Casa d’Italia / Il Pavone, pension voor Italiaanse gastarbeiders bij de AKU.
o.a. in Hoeven en Schroever
Bronnen en literatuur
Arnhemsche Courant, via KB-Delpher.
P. Bloemendal en J. van Dijk, Facebookpagina Oud-Arnhem, diverse berichten.
H.Chr. van Bemmel, ‘Logementen op en rond de Korenmarkt in Arnhem’ in: Arnhems Historisch Tijdschrift 34 (2014-4) 167-172.
A. Bosch., Korenmarkt, Arnhem 1981.
J. Farrington, (red. P.G. Hoftijzer en inleiding door, C.D. van Strien), An account a Journey through Holland, Frizeland, etc. in severall Leters to a Friend to mr. H.N., Leiden 1994, 65.
D.P.M. Graswinckel, ‘Een wandeling door Arnhem in vroegere eeuwen’, in: Arnhem Zeven Eeuwen Stad. Officieel gedenkboek, Arnhem 1933, 123-185, vooral 132.
I. van der Hoeven en M. Schrover, ‘Een zorgzame of bemoeizuchtige werkgever? De AKU en haar Italianen’, in: BMGelre 2013, 185–214.
J.G.A. van Hogerlinden, ‘Arnhem in 1856 (slot)’, in: Arnhemsche Courant, 3-12-1921. Via KB-site Delpher. Grote versie totale krantenpagina:
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000104508:mpeg21:p005
B. Koene, De diligences van Bouricius. Anderhalve eeuw bedrijvigheid langs ’s heren wegen, Hilversum 2017.
A. Markus, Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen, Arnhem 1907, 382, 402-403.