Spoordijk en uitlegplan
Spoordijk en Zutphensche Poort
Twee gebeurtenissen in 1853 markeren dat jaar als de start van de moderne geschiedenis van de Steenstraat. In december 1852 was begonnen met de aanleg van een hoge spoordijk om voor een treinverbinding tussen Arnhem en Emmerik. Die dijk doorsneed vanaf 1853 de weg van Arnhem naar Velp en verder naar Dieren en Zutphen, de Velpersteenstraat. Het wegdeel ten westen van de spoordijk, en de daarin gebouwde Zutphensche Poort (nu bekend als de Velperpoort), kreeg de naam Steenstraat en de weg achter het viaduct ging Velperweg heten.
Plan Heuvelink
In februari van 1853 ontving gemeente-architect Hendrik Jan Heuvelink sr. veel complimenten en een extra geldbedrag voor zijn plan om de uitbreiding van de stad in goede banen te leiden. Vanaf de sloop van de middeleeuwse vestingwallen in 1829 verliep dit niet erg georganiseerd en daar moest het ‘Plan Heuvelink’ een eind aan maken. Dat de Steenstraat een nieuwe fase inging was duidelijk. Op de kaart van Heuvelink heet de straat ‘Weg van Arnhem naar Zutphen’ en in de toelichting op zijn uitbreidingskaart spreekt de architect van ‘Velperweg’.
Karakter rond 1850
Meer woonhuizen
De Steenstraat en zijn voorloper was de oudste geplaveide straat van de stad. Daar dankten de Velpersteenstraat, zoals de volledige weg van Arnhem naar Velp voor 1853 werd genoemd, en de Steenstraat hun namen aan. In 1821 werd het stenen wegdek helemaal doorgetrokken naar Zutphen. Door de uitbreiding van de stad vanaf 1829 kregen de meer eenvoudige boerenwoningen, arbeidershuisjes en een enkele herberg gezelschap van grotere herenhuizen. Een bijzonder gebouw zoals het vroegere St. Antoniegasthuis, op de splitsing van de Steenstraat en Rosendaalsestraat (nu Westeinde) was in 1843 al gesloopt. Op de weinige foto’s uit die tijd en de kaart van Heuvelink uit 1853 zijn die nieuwe grotere woonhuizen goed te zien. De R.K. Begraafplaats aan het begin van de straat bij het Velperplein werd sinds 1852 niet meer gebruikt. De katholieken werden vanaf dat jaar bijgezet op de begraafplaats bij Onder de Linden.
Achter de straat zelf lag naar het oosten (nu Spijkerkwartier) een meer open gebied met landerijen, moestuinen en twee wat grotere landhuizen, het Dullert Spijker en het Geldersche Spijker. Een uitzondering was de bebouwing langs de Rietenbeek (nu Boekhorster- en Rietebeekstraat). Daar stond een rijtje van de armoedigste en kleinste krotwoningen van de stad.
Aan de andere achterkant van de straat (nu Spoorhoek) hadden bouwspeculanten al hun kans geroken. Omdat hier de vuilnisbelt (‘Mestvaalten’) van de stad lag, waren ook hier armzalige huizen neergezet.
De Steenstraat was voor negentiende-eeuwse Arnhemse begrippen een brede en belangrijke doorgangsstraat. Met de mogelijkheid tot bouw van veel en grotere huizen, lieten bouwspeculanten hun ook hun oog vallen op de Steenstraat en directe omgeving. Binnen zeer korte tijd zou de straat in alle opzichten een ander aanzien krijgen. Of zoals de schrijver Antoon Markus zich in 1906 het zich herinnerde ‘In het midden der vorige eeuw was de Velpersteenstraat reeds voor een groot gedeelte bebouwd, doch voor het meerendeel met kleine huisjes, die sedert dien tijd voor grootere hebben plaats gemaakt, zoodat men de oude Steenstraat bijna niet meer herkennen kan.‘
Lorentz ‘in bloemkolen’
Het jaar 1853 was in een derde opzicht ook bijzonder voor de straat. Op maandag 18 juli werd er Nobelprijswinnaar Hendrik Antoon Lorentz geboren. Het gezin waar hij uit kwam, mag symbolisch zijn voor de ontwikkeling van de straat rondom zijn geboortejaar.
Vader Gerrit was in die jaren bezig met een omslag in zijn leven. Met zijn tuingronden rondom het woonhuis had hij ‘vooral door zijne verbouwde bloemkool een grooten naam in de gemeente.’ De stadsuitbreiding van Arnhem bood echter nieuwe kansen en hij liet op zijn bouwland een flink aantal huisjes bouwen, die verhuurd werden voor f 200,- per jaar. Gerrit ging zich timmerman noemen en begon bovendien, nadat het gezin vier jaar op de Mussenberg heeft gewoond, in de Steenstraat een winkel in ‘Kruideniers en koloniale waren’.
Literatuur en bronnen
Diender, J., De Arnhemse jaren van H.A. Lorentz. Arnhem, z. jr. (Uitgeverij Bezoekerscentrum Sonsbeek).
Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen. Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 486-488.
Schaap, K. en A.S. Stempher, Arnhem omstreeks 1865. Arnhem 1989 (Gouda Quint bv), p. 126-18, 82-83.