Arnhem rond 1580
De datering van de kaart in de literatuur verschilt nogal. De kaart staat onder de datering november 1576 in het Diarium van Buchelius (zie hieronder). De meeste auteurs (Iddekinge, Leppink, Graswinckel) hebben dat overgenomen. Augusteijn (1997) betoogt dat dat zou betekenen dat Buchelius de kaart tekende toen hij elf jaar oud was. Dat zou volgens hem wel een uitzonderlijke prestatie zijn geweest. Volgens Augusteijn is het waarschijnlijker dat Buchelius de tekening maakte op zijn tweede reis naar Arnhem in 1591, op zijn vijfentwintigste dus. We laten het enigszins in het midden: ca. 1580
De oriëntatie op de kaart, die eigenlijk meer een getekende impressie dan een plattegrond of vogelvluchtkaart is, is omgedraaid. Het noorden ligt beneden, links het oosten, boven het zuiden en rechts het westen.
Op de kaart, worden twee zaken prominent afgebeeld: de Arnhemse verdedigingswerken en de (negen) belangrijkste gebouwen in de stad. De kaart is verder gevuld met Latijnse bijschriften en vermeldingen. Zo worden de lengtematen (’Langitude’) in de oude maat voet aangegeven.
Aan de rechterzijde (westkant van de stad dus) staat de Rijnpoort, die van alle poorten de grootste verdedigingswerken om zich heeft. Naar het noorden (op de kaart naar beneden) volgt dan de Janspoort en daar links van de Velperpoort. Een aarden wal, die de scheiding vormt tussen de dubbele gracht verbindt de Janspoort en Velperpoort met elkaar. Een dubbele gracht is nog niet geheel om Arnhem aangelegd, maar al wel tussen deze poorten.
Bovenaan de kaart (het zuiden van Arnhem) vormt de Sabelspoort de vierde grote toegangspoort tot de stad. Veel gespreksstof voor historici heeft in de loop van de jaren de poort, of wat daar op lijkt, tussen de Sabelspoort en de Velperpoort ten oosten van de Walburgiskerk opgeleverd.
De negen afgebeelde gebouwen zijn:
Uiterst links, in het oosten van Arnhem: de Walburgiskerk
Daarnaast, iets naar beneden, de Grote of Eusebiuskerk
Tussen de Walburgiskerk en achter de Eusebiuskerk het oude stadhuis op de markt
Rechts naast de Grote Kerk, de kerk van het Sint Catharina Gasthuis
Daarnaast de Broerenkerkk van het Minderbroedersklooster (Franciscanen)
Daar achter, schuin boven, het St. Petersgasthuis
Voor de Broerenkerk en het St. Petersgasthuis de Janskerk
Voor de Grote of Eusebiuskerk staan nog afgebeeld, links, de kerk van het St. Agnietenklooster
Daarnaast de Nicolaaskerk van de Nicolaibroederschap.
Van deze gebouwen bestaan het oude stadhuis, de Sint Catharina kerk, de Broerenkerk, de Janskerk en de St. Nicolaaskerk niet meer. De kerk van het Agnietenklooster is nu de Waalse Kerk. Slechts 1/3 van de middeleeuwse Arnhemse monumenten is bewaard gebleven. Van de ‘gewone’ middeleeuwse huizen is tegenwoordig nog minder over.
Volgens de lentematenaanduiding in voeten, ’pied’ op de kaart, in latijnse cijfers is de stad 2800 voet lang (van oost naar west) en 1700 voet breed. Omgerekend naar meters is dat respectievelijk ongeveer 900 en 600 meter.
Aernout Buchelius
Aernout Buchelius (Arend, Arnold, Arnoldus, Arnt van Buchel, Buchell) leefde van 1565 tot 1641. Waarschijnlijk is de tekening gebaseerd op een kaart die zijn stiefvader had gemaakt. Deze was namelijk landmeter in dienst van Willem van Oranje.
De kaart komt voor Buchelius’: Commentarius rerum quotidanarum (Commentaar op dagelijkse zaken) beter bekend als zijn Diarium (Dagboek).De twee dikke delen met deels autobiografische en deels kroniekachtige teksten zijn door Buchelius tussen 1593 en 1600 geschreven in netschrift dat hij tot circa 1625 regelmatig verbeterde en aanvulde. Als basis dienden kleine boekjes (rapiaria) met aantekeningen, waarvan er één bewaard is gebleven. De aantekeningen beginnen in 1560 en lopen door totdat ze in 1599 afbreken. Het dagboek wordt als Hs. 798 bewaard in de Universiteitsbibliotheek in Utrecht.
Literatuur
Augusteijn, J. (1997). Historische plattegronden van Nederlandse steden. Deel 8.1 Gelderland. De Veluwe.
Alphen aan den Rijn: Uitgeverij Canaletto. pp. 27-28.
Augusteijn, J. (1998/99). De stadsplattegronden van Arnhem tot ca. 1900.
In: Bijdragen Felua, deel VII/VIII, 1998/99, pp. 38-48.
Iddekinge, P.R.A., e.a. (eds.) (!982/1983). Ach Lieve Tijd. 750 jaar Arnhem, de Arnhemmers en hun rijke verleden.
Arnhem/Zwolle: De Gelderse Boekhandel – Uitgeverij Waanders, 1982/1983. Deel 1, pagina 6.
Leppink, G.B. (1996). Het Sint Catharinae Gasthuis in Arnhem in de eerste vier eeuwen van zijn bestaan (1246-1636). Hilversum: Verloren. pp. II, 45 (noot 6), 93, 488-489.
Graswinckel, D.P.M. (1933). Een wandeling door Arnhem in vroegere eeuwen.
In: Arnhem Zeven Eeuwen Stad. Officieel gedenkboek.
Arnhem: Hijman, Stenfert Kroese en Van der Zande N.V. Boekverkoopers, 1933; pp. 123-185, pp. 166-167.
Hoedt, A.J.M. ten (1998). Plattegronden van Arnhem en andere plaatsen van de Veluwe.
In: Arnhem de Genoeglijkste, 1998, pp. 85-90.
Pollmann, J. S. (1994). ‘Aernout van Buchel (1565-1641) oudheidminaar’.
In: Utrechtse biografieën, dl. 1, Amsterdam/Utrecht, 1994, pp. 35-40.
Potjer, M. (2005). Historische Atlas van Arnhem. Van Schaarsbergen tot Schuytgraaf. Amsterdam: SUN. pp. 14-15.