Elke dag in het verleden gebeurde er wel iets opmerkelijks in Arnhem.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
1 september 1860 (zaterdag)
Opening Kweekschool van Onderwijzeressen
1 september 1860 (zaterdag)
Opening Kweekschool van Onderwijzeressen
Het prachtige schoolgebouw uit 1908 staat nog steeds in de Weverstraat. In fraaie letters staat op de gevel ‘Kweekschool van Onderwijzeressen’. Die school werd op 1 mei 1862 op deze plek gevestigd, maar dan in een ouder pand. Dat gebouw, waarin zowel internaat als school waren gevestigd, moest wijken voor het in glanzende gele verblendstenen opgetrokken pand. De meeste oudere Arnhemmers kennen dit gebouw, naar een ontwerp van architect Jan Persijn, vooral als het vroegere onderkomen van de Muziekschool.
Maar zelfs 1862 was niet het begin van deze negentiende-eeuwse pedagogische academie. Op zaterdag 1 september 1860 begon de school namelijk in het verenigingsgebouw van ‘De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen’ aan de Kleine Oord-Broerenstraat. De Maatschappij stond samen met het ‘Natuurkundig Genootschap Tot Nut en Vergenoegen / Wessel Knoops’ aan de basis van de kweekschool. In de Onderwijswet van 1857 was wel voorzien in rijksopleidingsscholen voor mannelijke leerkrachten in het lager onderwijs, maar niet voor vrouwelijke onderwijzeressen. Vandaar dat de twee particuliere Arnhemse organisaties de handen ineen sloegen en met steun van de gemeente een eigen kweekschool stichtten. Het was daarmee de eerste kweekschool voor onderwijzeressen in Nederland. En, met succes, want de meisjes en vrouwen, ‘niet beneden de 16 jaar’, stroomden toe. Binnen enkele jaren telde de school ruim zestig ‘kwekelingen’, waarvan er veertig ook in het internaat aan de Weverstraat verbleven.
Literatuur en bronnen
Bigot, L.C.T., De Kweekschool voor Onderwijzeressen te Arnhem, 1860-1910. Gedenkboek bij gelegenheid van het vijftig-jarig bestaan. Arnhem 1910.
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en G. van der Wal, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913.Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 106.
Staats Evers, J.W., Beschrijving van Arnhem. Arnhem 1868 (Uitgeverij Is. An. Nijhoff & Zn. / Ongewijzigde facsimile herdruk Europese Bibliotheek Zaltbommel, 1970), p. 161-162.
2 september 1912 (maandag)
Van Verschuerwijk officieel geopend
2 september 1912 (maandag)
Van Verschuerwijk officieel geopend
De Woningwet van 22 juni 1901 moest een geweldige kwaliteitsslag zijn voor de miserabele behuizing van de arbeiders. De aangescherpte eisen hadden in eerste instantie, de wet ging op 1 augustus 1902 in werking, een averechts effect. In Arnhem zag de meer ideële woningbouwvereniging Openbaar Belang geen kans meer om tegen een redelijke prijs arbeidershuizen te bouwen. Daarom nam het gemeentebestuur het initiatief een nieuwe vereniging in juli 1908 op te richten: de Vereeniging Volkshuisvesting. Sinds 1992, na het samengaan met de Centrale Woningstichting, is dit de Stichting Volkshuisvesting.
Na de bouw van het eerste sociale woningbouwproject op de Musschenberg werd aan de andere kant van Arnhem, in Het Broek, een tweede groep woningen gebouwd: de Van Verschuerbuurt. De officiële opening daarvan vond plaats op maandag 2 september 1912. Het is nog steeds, met poortgebouwen en plein, een prachtig staaltje stadsarchitectuur. Het stedebouwkundige ontwerp was van de directeur gemeentewerken ir. Willem F.C. Schaap (1870-1933) en de huizen waren een ontwerp van de architecten J.H. de Roos (1875-1942) en W.F. Overeynder (1875-1941) uit Rotterdam.
En, om in stijl te blijven: de Musschenbuurt werd naar de rode dakpannen het Rode Dorp genoemd en zo kreeg de Van Verschuerwijk de naam het Zwarte of Blauwe Dorp. Het was lastig om in de eerste jaren huurders te vinden, want de huurprijzen van f 2 tot f 3,25 per week waren voor de meeste arbeiders te hoog.
Literatuur
Bleekman, B.J.M., Volkswoningbouw. Een eeuw volkshuisvesting in Arnhem. Utrecht 1998 (Uitgeverij Matrijs), p. 31-32.
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en G. van der Wal, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 133.
Lavooij, W., Twee eeuwen bouwen aan Arnhem. De stedebouwkundige ontwikkeling van de stad. Zutphen 1990 (Uitgeverij: De Walburg Pers), p. 69-75.
Willemsen, J.Th.W., De volkshuisvesting in Arnhem 1829-1925. Arnhem 1969 (Gemeentearchief Arnhem), p. 48-51.
3 september 1901 (dinsdag)
Straatnamen Transvaalbuurt
3 september 1901 (dinsdag)
Straatnamen Transvaalbuurt
Het gebied rondom de Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika was van circa 1650 (Jan van Riebeeck) tot 1800 een Nederlandse kolonie. Na jaren van schermutselingen nam Groot-Brittannië in 1806 definitief het bestuur over. Bij de Britse overname ontstond een conflict met de van oorsprong Nederlandse boeren, o.a. over de afschaffing van de slavernij. De ‘Boeren’ trokken het binnenland (‘Grote Trek’) in en stichtten twee onafhankelijke republieken, Oranje-Vrijstaat en Transvaal. De Britten probeerden dit gebied rond 1900 met geweld in te nemen. In deze ‘Boerenoorlogen’ was er in Nederland grote sympathie voor de ‘Boeren’, die uiteindelijk in 1902 capituleerden.
In dezelfde tijd werd in Arnhem ten noorden van de spoordijk tussen de Zijpendaalse en Apeldoornsepoort een nieuwe wijk gebouwd. En niet zomaar een wijk. Op de heuvels en in het dal van de Jansbeek werden prachtige huizen van architect Willem Diehl in een Jugendstilachtige stijl gebouwd.
De ‘Zuid-Afrikaanse Boeren’, met hun Transvaalse president Paul Kruger, konden ook in Arnhem op grote steun rekenen. Het was dan ook geen wonder dat de Arnhemse gemeenteraad op dinsdag 3 september 1901 besloot om de straatnamen in de nieuwe buurt te vernoemen naar Transvaalse ‘helden’: Koos de La Rey, Louis Botha, Christiaan de Wet, enz.
Ruim tachtig jaar later gingen vergeefs stemmen op om deze namen weer te schrappen. De associatie met de apartheidspolitiek van de toenmalige Zuid-Afrikaanse regering was voor sommigen te groot. Dat ging niet door maar wel werd, wellicht als compensatie, de Roermondspleinbrug in 1987 herdoopt in Nelson Mandelabrug.
Literatuur en bronnen
Arnhemsche Courant, 7-12-1900.
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en G. van der Wal, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 133.