Februari Verleden Vandaag

2  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15
16  17  18  19  20  21  22  23  24  25  26  27  28
Elke dag in het verleden gebeurde er wel iets opmerkelijks in Arnhem.

1-2-1898 (dinsdag)
Overspelige baron verkoopt Sonsbeek

Willem baron van Heeckeren, 1891
Na zijn ontuchtveroordeling, eerste en tweede echtscheidingszaak zocht de baron afleiding in langdurige verblijven in Parijs en de vossenjacht.
Schilderij van Charles Detaille.
© Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Instituut Collectie Nederland, Amsterdam , inv./cat.nr C242. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Uitspraak rechtbank, 24-4-1883
Willem wordt in het vonnis, met andere betrokkenen veroordeeld tot ‘cellulaire gevangenisstraf’. Dit betekende ‘in volledige afzondering’, met andere woorden: eenzame geïsoleerde opsluiting. De zes maanden zat de baron niet uit, want na anderhalve maand verliet hij de cel.
De veroordeling was op grond van artikel 334 van het vroegere Wetboek van Strafrecht (C.P. is de afkorting voor de Napoleontische Code Penal). Dit aetikel hield in ‘ontucht met minderjaren’ (jonger dan 21 jaar).
Uit: Arnhemsche Courant, 25-4-1883.
Via krantensite Delpher.
Verkoopfasen Sonsbeek, 1883-1899
In blauw de verkopen in de jaren 1883-1885 na de eerste ontucht- en echtscheidingszaak: vooral het zuidelijk deel van St. Marten en het noordelijk deel van de huidige Burgemeesterswijk. Het grootste deel werd gekocht door projectontwikkelaar Thomas Etty.
In geel de verkochte percelen bij de tweede echtscheiding, 1894-1899: het park en omliggende gebieden.
Uitsnede van K. Braakensiek, Wandelkaart van Arnhem en omstreken, 1882.
© Gelders Archief: 1506-1110, Kaartenverzameling Gemeente Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij). Bewerking Jan de Vries, 2022.

1-2-1898 (dinsdag)
Overspelige baron verkoopt Sonsbeek

Willem F.M.A.H. baron van Heeckeren (1858-1915) was in 1898 overladen met schande en financiële problemen. Een gevangenisstraf wegens (aanzetten tot) ontucht en twee echtscheidingen wegens overspel leidden niet alleen tot publieke ongenade, maar ook tot een failliete boedel. De dubbele alimentatie (na de echtscheidingen in 1883 en 1898) was, met teruglopende inkomsten, niet meer op te brengen. De baron had er genoeg van en was toch al vaker in zijn eigen woning in Parijs dan in de witte villa op de Hartgersberg te vinden. Gelukkig was zijn grondbezit, ondanks meerdere grondverkopen vanaf 1883, nog steeds aanzienlijk: Sonsbeek met landerijen tot in Deelen toe, St. Marten, delen van het Sonsbeekkwartier, de Transvaalbuurt en ga zo maar door.
Willem verkocht bijna al zijn onroerend goed aan een speciaal daarvoor opgerichte bouwbedrijf, de Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Sonsbeek. Grote man daarin was de rijke Arnhemse oliehandelaar Hendrik Kooy jr. Die greep zijn kans en kocht voor fl 750.000,- heel het gebied tussen de Schelmse-, Hommelse- en Zijpendaalseweg.
Een jaar later sloot Kooy een overeenkomst met de gemeente en kwam het park in gemeentelijke handen. In ruil daarvoor ontving Kooy bijna hetzelfde bedrag en de garantie  dat de gemeente de gronden naast het eigenlijke park bouwrijp zal maken. De stad is verzekerd van een groen hart en nieuwe woningbouwterreinen. Een prachtige deal voor alle partijen.
De baron behield nog wat kleine landerijen bij Deelen en onder Hoenderloo. Hij stortte zich weer op de jacht en verhuisde in 1910 definitief naar Parijs. Daar overleed hij vijf jaar later.

Meer over de betekenis van de aankoop van Sonsbeek door de gemeente: https://arneym.nl/aankoop-sonsbeek-1899/

Literatuur
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 133.

Habets, A., ‘Op grond van overspel …‘ Het verval van Sonsbeek onder Willem van Heeckeren.
In: Arnhems Historisch Tijdschrift, jrg. 41 (september 2021), nr. 3, pp. 140-151.

Habets, A., Gratie voor Willem van Heeckeren. De ontknoping van het Sonsbeek-schandaal.
In: Arnhems Historisch Tijdschrift, jrg. 41 (december 2021), nr. 4, pp. 238-241.

Iddekinge, P.R.A., Park van de Gemeente.
In: Iddekinge, P.R.A. van, Jansen, P.L.A., Jong, W. de (e.a.), Sonsbeek. Stadspark van Arnhem. Zwolle, 1998 (Uitgeverij Waanders), pp. 55-73.

Vredenberg, J., Stedelijke ruimte in de negentiende eeuw. In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem van 1700 tot 1900.  Utrecht 2009 (Uitgeverij Matrijs), pp. 34-53.

2-2-1735 (woensdag)

Bontenburch op Korenmarkt wordt Lutherse Kerk

Lutherse Kerk, 1895
Het kerkgebouw voordat het drie jaar later verlaten zou worden door de Evangelisch-Lutherse gemeente. Ze betrok in 1989 een nieuwe kerk aan de Spoorwegstraat.
Op de voorgrond een deel van de open galerij uit 1845 die diende als Korenbeurs. Het gebouw de Korenbeurs werd in 1899 in gebruik genomen.
© Gelders Archief: 1501-04-6419, Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie. (auteursrechtenvrij).
Blinde weduwe in de Bontenburch, 1589
Huis ‘De Bontenburch’ komen we vanaf de 15e eeuw tegen in de archieven. Zo is er een bericht uit 1589 van de blinde weduwe Margaretha. Zij maakt bekend dat haar dochter Merrij, die jarenlang voor haar heeft gezorgd, in een achterkamer van het huis mag wonen.
In rood omrand: ‘Bontenburch’ en ‘gesichts berooft’ (blind).
In: Schepensignaat, 1589, folio 100 recto.
Gelders Archief: 2003-402, Oud Rechterlijk Archief (ORA).

2-2-1735 (woensdag)
Bontenburch op Korenmarkt wordt Lutherse Kerk
Het gereformeerde geloof was leidend tussen 1579 en 1795 in Arnhem. Andere godsdienstige uitingen werden gedoogd en in deze ‘gewetensvrijheid’ was voor soms meer mogelijk. Ook de Lutherse geloofsgemeenschap mocht niet openlijk het eigen geloof uitoefenen. Vanaf 1657 stond het stadsbestuur toe dat de lutheranen weer openlijker hun geloof mochten  belijden. Zij kwamen bijeen in het huis Bontenburch, op de Korenmarkt. De Lutherse gemeente kreeg op 2 februari 1735 toestemming om het inmiddels bouwvallige Bontenburch te slopen en op die plek een nieuwe kerk te bouwen. Het stadsbestuur gaf zelfs een bedrag van fl 175,00 als een bijdrage in de bouwkosten. Twee jaar later, in 1737, kon de zaalkerk in gebruik worden genomen. Niemand minder dan stadstimmerman Leendert Viervant de Oude tekende waarschijnlijk voor het classicistische ontwerp.
In 1898 verliet de Lutherse gemeente de kerk en verhuisde naar een nieuw godshuis aan de Spoorwegstraat. Het gebouw op de Korenmarkt werd graanpakhuis en kreeg daarna verschillende amusements- en horecabestemmingen (bioscoop Scène eind jaren zeventig en discotheek Bubbles) en is sinds 2003 in gebruik bij uitgaanscentrum 5th Avenue.

Literatuur
Graswinckel, D.P.M., Een wandeling door Arnhem in vroegere eeuwen.
In: Arnhem Zeven Eeuwen Stad. Officieel gedenkboek.
Arnhem 1933 (Hijman, Stenfert Kroese en Van der Zande N.V. Boekverkoopers), p. 132.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw met geschiedkundige aanteekeningen.
Arnhem: Gijsbers & Van Loon, 1975; ongewijzigde herdruk van de uitgave uit 1907, pp. 397-398.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 73.

Wander, R.H.J., Kerken. Duizend jaar religieuze bouwkunst in Arnhem.
Utrecht 1997 (Uitgeverij Matrijs), pp. 14, 22-23, 24, 48.

Voormalige Lutherse Kerk  aan de Korenmarkt
Tekening uit 2004.
© Gelders Archief: 1592–158 tekening van W.F. van Reine, CC-BY-NC-ND-4.0 licentie.
Bioscoop Scène (2) en de Lutherse zwaan, ca. 1980
Vanaf 1977 tot eind jaren tachtig zat in de Lutherse kerk een bioscoop.
Het Lutherse symbool van de zwaan gaat terug op de Tsjechische kerkhervormer Johannes Hus. Vlak voor zijn terechtstelling op de brandstapel als ketter in 1415 sprak hij tot zijn rechters: “Jullie kunnen nu wel een gans (Husa = gans) verbranden, maar na mij zal een zwaan komen”. Maarten Luther werd door zijn volgelingen als de opvolger, dus de zwaan, van Johannes Hus gezien.
© Gelders Archief: 1524-3781, fotograaf Gemeentearchief Arnhem. CC0 1.0 licentie.

3-2-1737 (zondag)

Melk moet bliksembrand Grote Kerk blussen

Grote of Eusebiuskerk, 1742 
Twee bliksembranden in de jaren vlak voordat Jan de Beijer deze aquarel pentekening maakte, tastten de aanblik van de Eusebiuskerk en de 93 meter hoge toren niet aan.
Uitsnede van: Jan de Beijer, Arnhem vanuit het zuidoosten, 1742.
© Gelders Archief nr. 1555-10, Topografisch-historische atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie.
Brand in de Grote of Eusebiuskerk, 1633  
Ook in 1633 renden Arnhemmers af en aan om een bliksembrand in de Grote Kerk te blussen. Het is vooral water uit de Jansbeek, die toen nog langs de Markt stroomde, en niet melk die de brand moet doven. Op dit schilderij van Herman Breckerveld is goed te zien dat de toren nog niet de verhoging (de lantaarn) heeft. Die zou in 1650 aangelegd worden.
© Museum Arnhem, inv./cat.nr GM 2822. Alle rechten voorbehouden.

3-2-1737 (zondag)
Melk moet bliksembrand Grote Kerk blussen
Op zondag 3 februari 1737 trof  de bliksem voor de tweede keer in vijf jaar de toren van de Grote Kerk. In 1732 gebeurde dit uitgerekend op 2e Pinksterdag tijdens een kerkdienst. De brand die in 1737 uitbrak,  werd niet alleen met water maar ook – een oud volks bijgeloof volgend – met melk geblust. Arnhemmers renden af en aan met kannen (inhoudsmaat ca. 1,4 liter) om te voorkomen dat de brand zich verspreidde. En dat lukte.

Het stadsbestuur kwam de volgende dag bijeen en putte zich uit in complimenten voor de inzet van de bevolking. Ze vroeg ook iedereen, die met de melkblussing had geholpen, om zich te melden. Hen werd een financiële tegemoetkoming voor de melk in het vooruitzicht gesteld. De Arnhemmers meldden in totaal slechts 640 kannen aan. Uiteindelijk gaf dus water toch de doorslag bij het blussen. De brandschade zelf repareerde men voor een bedrag van fl 345,-.

Literatuur
Hasselt, G. van, Kronijk van Arnhem. 
Arnhem 1790 (Uitgeverij W. Troost en Zoon), p. 308.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 62.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 73.

4-2-1546 (maandag/donderdag)

Achter de staart van keizer Karels paard

Kanselarij, ca 1690
Karel V overnachtte waarschijnlijk in het Hof van Gelderland op de Markt. Een onderdeel van dat complex was het bestuursgebouw zelf: de Kanselarij. Voor het gebouw is de Jansbeek nog te zien.
Tekening van Jacobus Stellingwerff.
© Gelders Archief nr. 1555-2947, Topografisch-historische atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie.
Het provinciale bestuurscentrum op de Mark, ca. 1650
8 = Prinsenhof, voor 1591 was de naam Stadhoudershof en de residentie van de stadhouder (plaatsvervangend bestuurder) van o.a. Karel V.
9 = Stadhuis, gesloopt in 1840.
10 = Kanselarij, de ‘kantoren’ van de ambtenaren van het bestuur van Gelre. 
Detail uit een plattegrond van Nicolaes van Geelkercken uit 1639, gedrukt door J. Blaeu, Amsterdam, 1649.
© Collectie Atlas van Loon, Scheepvaart Museum Amsterdam.

4-2-1546 (maandag/donderdag)
Achter de staart van keizer Karels paard
Vergezeld door zijn jongere zus, landvoogdes Maria van Hongarije (1505-1558), arriveert op 4 februari 1546 de drager van de hertogstitel van Gelre in de stad: Karel van Habsburg. Hij is niet alleen hertog van Gelre, maar ook heer van alle zeventien Nederlanden, koning van Spanje en keizer over het Duitse Rijk. Hij wordt met die laatste, hoogste, titel aangesproken: keizer Karel V.
Via de Rijnpoort rijdt Karel tegen het vallen van de avond de stad binnen. Hij wordt ‘met diepe eerbiedingh en veele geschenken gewillekomd’. Om de feeststemming verder te verhogen, laat de stad ter ere van de keizer drie gevangenen vrij. Die gaan ‘an die Lijne’: de vrijgelatenen worden met een touw vastgebonden aan de staart van het paard van de keizer. Zo lopen ze achter de kont van keizer Karels paard van de Rijnpoort naar de Markt. Ze vergeten nooit meer aan wie ze hun vrijheid te danken hebben.

Literatuur 
Hasselt, G. van, Arnhemsche oudheden. Delen I-IV.
Arnhem 1803-1804, deel 2, p. 219-220. 

Hasselt, G. van, Oorsprong van het hof van Gelderland.
Arnhem 1792 (Uitgeverij W. Troost en Zoon), p. 35.

Lunteren, P. van, Hoog bezoek aan de Markt, 1339-2013. Ontvangst van hoogwaardigheidsbekleders door de eeuwen heen. 
In: Boonstra, O. en Lunteren, P. van (red.), De Markt van Arnhem. 800 jaar wonen, werken, besturen en bezoeken. 
Hilversum 2017 (Uitgeverij Verloren), pp. 139-162, p. 142.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 135.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.
Arnhem 1876 (Uitgeverij Van Egmond & Heuvelink), p. 17.

5-2-1749 (woensdag)
De ‘Vrouwe van Sonsbeek’ trouwt

Witte Villa Sonsbeek-Hartgersberg, ca 1900
Het oudste, middendeel, van de witte villa op de Hartgersberg is in 1744 gebouwd in opdracht van Adriana van Bayen. Het ontwerp was van stadstimmerman Anthony Viervant, een architect uit een roemruchte familie ontwerpers. Broer Hendrik ontwierp Huize Zypendaal en vader Leendert de Waag op de Markt en de Lutherse Kerk op de Korenmarkt.
In 1808 werden aan het middendeel twee zijvleugels gebouwd en ontstaat de witte villa zoals we die nu kennen.
© Gelders Archief: 1500-3277, tekening van Franz Wilhelm Robert Geißler (Rob), prentbriefkaartencollectie Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Huwelijksakte Hervormde Kerk Oosterbeek, 1749
Het eerste deel van de huwelijksregistratie van (rood omrand) Adriana van Bayen en Johannes Jongbloet in de Hervormde Kerk Oosterbeek op 5-2-1749.
© Gelders Archief: 1333-0119. Public Domain Mark 1.0 licentie.
Adriana van Bayen koopt gronden Hartgersberg, 1744
Teruggekeerd uit Indonesië koopt Adriana  met toestemming van de ‘stads-, wees- en momberkamer‘ (momber= voogd dan wel rechtbank van het Hof van Gelre) verschillende percelen grond van wat we nu Sonsbeek noemen. Zoals in 1744 (in rood omrand) ‘een perceel saay of tabacqkland genaamt Hartgersberg’.
Bron: Protocol van Bezwaar, Buiten Ooster Kwartier, folio 103 verso.
In: Gelders Archief: 2003-461, Oud Rechterlijk Archief Arnhem.

5-2-1749 (woensdag)
De ‘Vrouwe van Sonsbeek’ trouwt
Er zijn Arnhemse meisjes, maar ook ‘Arnhemse Meisjes’, de befaamde koekjes. Er zijn Arnhemse vrouwen, maar er is ook een ‘Vrouwe van Sonsbeek’. Zij is beeldbepalend voor de stad geweest. Bovendien is haar leven met mysteriën omgeven. In de archieven hebben historici nog maar weinig over haar kunnen vinden. Er is ook geen enkel portret van haar bekend, terwijl ze toch geld genoeg had om een kunstschilder te betalen.
Wel weten we wanneer de vrouw, die de witte villa op Sonsbeek in 1742 liet bouwen, trouwde. Dat was vandaag, zo’n 270 jaar geleden, op 5 februari 1749.
De plechtigheid vond, met toestemming van de Arnhemse predikant W. Themmen, plaats in de Oude Hervormde Kerk in Oosterbeek. Een romantische locatie inderdaad.
De gelukkige bruidegom is een advocaat van het Hof van Gelderland, Johannes Jongbloet. Hij slaat een geweldige slag. Door het huwelijk komt hij in het bezit van de mooiste heuvel van het landgoed Sonsbeek de Hartgersberg, inclusief het vijf jaar daarvoor opgeleverde ‘huisje op de berg’.

De naam van de bruid: Adriana van Bayen. Ze werd geboren in Batavia, werd wees en erfde een fortuin. Als minderjarige stond ze onder het toezicht van de Arnhemse Weeskamer en kwam hier wonen. In het bestuur van het weeshuis zaten enkele stadsbestuurders en die gaven zowel toestemming voor de koop van de Hartgersberg (voor 6.000 gulden), de bouw van de witte villa (12.000 gulden) als voor het huwelijk. Maar veel van het leven van Adriana (1723-1755), de Vrouwe van Sonsbeek, blijft in raadselen gehuld.

Literatuur  
Kuyk, G.A., De geschiedenis van het landgoed Sonsbeek bij Arnhem.
In: Bijdragen en Mededeelingen Gelre, deel 17 (1914), pp. 85-119.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 483-484.

Schulte, A.G., Van landgoed tot stadspark.
In: Iddekinge, P.R.A. (e.a.) (1998). Sonsbeek. Stadspark van Arnhem. Zwolle 1998 (Uitgeverij Waanders), p. 23-53.

6-2-1465 (maandag)
IJselijk verraad en Arnhemse trouw

Zoon ontvoert vader, 1465
In zijn nachthemd werd hertog Arnold door zijn zoon Adolf over het ijs van de slotgracht van Kasteel Grave ontvoerd. Arnold werd gevangen gezet en Adolf probeerde met zijn moeder Katharina van Kleef de steun te krijgen van de Gelderse steden.
© Rijksmuseum Amsterdam: RP-P-OB-78.333, tekening van Johann Wilhelm Kaiser, 1849, Atlas van Stolk. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Jansplaats en ‘Verrekestraotmert’, ca. 1650
Op de Jansplaats werd sinds 1459 jaarlijks in oktober de ‘beestenmarkt’ gehouden. De varkens werden om de hoek verhandeld, in de Varkensstraat (op de kaart 49, ‘De Verckenstraet’). Echte ‘Ernemmers’ spreken dan ook van de ‘Verrekestraotmert’.
Detail uit een plattegrond van Nicolaes van Geelkercken uit 1639, gedrukt door J. Blaeu, Amsterdam, 1649.
© Collectie Atlas van Loon, Scheepvaart Museum Amsterdam.

6-2-1465 (maandag)
IJselijk verraad en Arnhemse trouw
Maar liefst twee brieven verstuurt Adolf van Gelre (1438-1477) op zes februari 1465 naar Arnhem. Hij ‘belooft en zweert, de regten en vrijheden der stad Arnhem te zullen onderhouden.’ Bovendien zegt hij na te willen denken over het privilege dat zijn vader, Arnold (1410-1473) eerder aan de stad gaf, om op St. Lucasdag (18 oktober) een veemarkt mag houden. Die vond jaarlijks plaats op de Jansplaats. Voor deze twee brieven had Adolf, de vader van de roemruchte Karel van Gelre, alle reden.
In de ijskoude nacht van 9 op 10 januari had hij een machtsgreep uitgevoerd. Na een zogenaamd gezellig etentje met zijn vader op kasteel Grave nam hij hem midden in de nacht gevangen. Over de bevroren slotgracht werd de oude hertog, die zijn slaaphemd nog aan had, weggevoerd.
Arnhem zag dit tevreden aan, want de rechtmatige Arnold had zich geen krachtig vorst getoond. Arnolds halfslachtige optreden op politiek gebied en het militaire slagveld riepen de ergernis van het stadsbestuur op. Met voortdurend verhoogde belastingen was de maat vol. Maar de trouw van Arnhem aan de mogelijk nieuwe hertog moest wel beloond worden. En Adolf begreep dat: hij gaf meteen aan dat hij de rechten van de stad respecteerde en dat ook de veemarkt op St. Lucasdag niet meteen geschrapt zou worden.
De strijd tussen vader en zoon duurde voort. Zelfs de paus kwam eraan te pas om een verzoening te regelen. Lachende derde in dit alles: de Bourgondische hertogen.

Literatuur
Bosch, R.A.A., Stedelijke macht tussen overvloed en stagnatie. Stadsfinanciën, sociaal-politiek structuren en economie in het hertogdom Gelre, ca. 1350-1550.  
Hilversum 2019 (Uitgeverij Verloren, Werken Gelre no. 62), p.
111-112.

Driel, M. van, Arnhem, hoofdstad van het kwartier.
In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem tot 1700.  
Utrecht 2008 (Uitgeverij Matrijs), pp. 188-221, pp. 126-155, p. 136.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 156.

Nijhoff, P., Inventaris van het Oud Archief der Gemeente Arnhem
Arnhem 1864 (Uitgeverij Is. An. Nijhoff & Zoon), p. 125-126.

7-2-1912 (woensdag)
Coen de Koning wint Elfstedentocht

Coen de Koning, sportkampioen
De met medailles behangen en met bekers omringde sportkampioen Coen de Koning.
© Archieffoto in het Noordhollands Dagblad, 29-1-2021.
Huldiging Coen de Koning, 8-12-1912
In de Arnhemsche Courant werd op vrijdag 9 februari in de middageditie (de krant had per dag een middag- en avonduitgave) uitgebreid verslag gedaan van de huldiging van de plaatselijke sportheld.
In: Arnhemsche Courant, 9-2-1912 (middageditie), p. 1 en 2.
Huldiging Coen de Koning, 8-12-1912
In: Arnhemsche Courant, 9-2-1912 (middageditie), p. 1 en 2.

7-2-1912 (woensdag)
Coen de Koning wint Elfstedentocht
Op een historische schaatsdag in 2022 met de vijfde achtereenvolgende gouden medaille op de Olympische Spelen voor Ireen Wüst kijken we terug naar  een schaatswedstrijd 110 jaar geleden.
Toen werd de tweede Elfstedentocht een triomf met een vreemde nasmaak voor de in Arnhem wonende Coen de Koning. Hij was al een groot sportkampioen in 1912 met een wereldduurrecord op de schaats dat 43 jaar lang zou blijven staan en verschillende Europese en wereldtitels.
Waar De Koning aan de start verscheen, waren de anderen eigenlijk alleen in gevecht voor de tweede plaats. Het weer zat al niet echt mee op woensdag 7 februari. De dooi was een dag eerder ingetreden en bij de start om vijf uur in de ochtend regende het zacht. Van de 65 deelnemers haalde 36% de finish, maar Koning wist na 11 uur en 40 minuten als winnaar te eindigen.
Na afloop diende zijn grote rivaal Jan Ferwerda een protest in. In de eigen woorden van De Koning: “Het protest luidde dat ik mij had laten trekken door mijn gids. Ik verzekerde hem dat ik mij door niemand had laten trekken, dat ik zelfstandig de wedstrijd had uitgereden en volgens mij waren het grote leugens. Na dit onderhoud ging ik de zaal binnen en ik bemerkte een gedrukte stemming. Als er een gewoon mens binnengekomen zou zijn, kon het niet stiller zijn geweest. Maar het liet mij ijskoud en ik nam plaats op een stoel ver van de anderen verwijderd.”
Het protest werd afgewezen en een dag later werd De Koning groots ingehaald in Arnhem. Tussen Ferwerda en De Koning kwam het nooit meer goed. De Koning wilde eigenlijk niet deelnemen aan de volgende Elfstedentocht in 1917. Toen hij hoorde dat Ferwerda wel zou  meedoen, bond hij alsnog de schaatsen onder en won andermaal.

Literatuur
Fiege, K., Twee eeuwen sporten in Arnhem. 
Arnhem 2001 (De Arnhemsche Courant / De Gelderlander), pp. 45-46.

Rams, C., Coen de Koning zijn verhaal.
Maasbracht 2005. 
Via: https://home.hccnet.nl/c.rams/zijnverhaal.pdf, laatst geraadpleegd 10-1-2021.

8-2-1782 (vrijdag)
Geruchtmakende grondverkoop Eusebiuskerkhof

Grote Kerk en kerkhof
Het huis van David Meijer stond op het westelijk deel van het kerkhof. Op deze plek werd in 1875 de Vismarkt (zie Verleden Vandaag van 23 januari) gebouwd.
Detail van een kaart van Frederik Beyerinck van het Binnen Ooster Kwartier van Arnhem, 1762-1764.
© Gelders Archief: 2000-2049, Oud Archief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

8-2-1782 (vrijdag)
Geruchtmakende grondverkoop Eusebiuskerkhof
Het stadsbestuur dacht op 8 februari 1782 een geweldige slag te slaan. Het bleek anderhalf jaar later de lont in een kruitvat van ongenoegen en geweld.
Ten noorden van de Eusebiuskerk, nu de Kippenmarkt en de Broerenstraat, lag het kerkhof van de Grote Kerk. De begraafplaats was overvol en ‘de rooden loop’ (dysenterie) zorgde bovendien voor extra sterfgevallen. Om de besmetting in de perken te houden, zou het goed zijn om de doden buiten de stadsmuren te begraven. Maar dat kostte geld en daar moest wat op gevonden worden.
Er diende zich plots een buitenkans aan. De eigenaar van een groot herenhuis bij het kerkhof wil zijn voorterrein vergroten en wil het achterste, westelijke gedeelte van het kerkhof kopen. De welgestelde David Meijer nam bovendien alle verder kosten op zich: verbreden van de straat, het verplaatsen van twee brandspuithuisjes en het plaatsten van een hek voor zijn huis als duidelijke scheiding tussen zijn privéterrein en het openbare gebied.
In het huis van David Meijer werd twee jaar eerder de beroemde rechtsgeleerde Jonas Daniel Meijer geboren. De tweejarige kreeg waarschijnlijk niet mee wat er in zijn jonge leven allemaal gebeurde (zie Verleden Vandaag van 6 december).
De Arnhemmers wilden namelijk niet op de nieuwe begraafplaats buiten de Velperpoort (ter hoogte van de huidige Martinuskerk) begraven worden, want dit was een vroegere vuilstort. Bovendien: was hier geen sprake van vriendjespolitiek en corruptie? Had Meijer niet een flink bedrag geleend aan een stadsbestuurder en was dit een discutabele wederdienst? Bij de eerste geplande begrafenis op het nieuwe kerkhof op 1 augustus 1783 sloeg de vlam in de pan. Het huis van Meijer werd belaagd en de vermaarde ‘Arnhemse Kerkhofoproeren, 1783-1784’ voltrokken zich met plundering, gewelddadige rellen, een politieke machtsgreep, enz.. Daarover in een ‘Verleden Vandaag’ van augustus.

Literatuur
Cappers, W., Funeraire Cultuur Arnhem. Soesterberg/Rotterdam 2002 (Aspekt / De Terebinth), p. 22.

Cappers, W.P.R.A., ‘Wee je gebeente!’: het Arnhemse kerkhofoproer gezien vanuit genderperspectief, 1781-1785.
In: Altena, M. e.a. (red.), Moordmeiden en schone slaapsters; beleving en verbeelding van vrouwen en de dood. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis, 2004, pp. 11-45.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 226-227.

Mayer-Hirsch, N., Rellen rondom het geboortehuis van Jonas Daniel Meijer. In: Arnhem de Genoeglijkste, jrg. 6 (1985), nr. 1, p. 17-23.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.  
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 96-97.

Wissing, P. van, Stad op drift: politiek tussen 1700 en 1815. In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem van 1700 tot 1900. Utrecht 2009 (Uitgeverij Matrijs), p. 54-90, p. 76-78.

9-2-1884 (zaterdag)
De stoomtram komt eraan!

Eindpunt OSM stoomtram ‘Du Soleil’, 1911
In het midden de tram, die inmiddels is geëlektrificeerd, van de OSM.
Rechts uit de Bergstraat komt de Arnhemse (GETA stadstramlijn) 2. Uiterst rechts Grand Hotel Du Soleil en op de hoek het eveneens prachtige pand (met dakkoepel) uit 1902 van de firma J. van Velden (bakkerij en chocolatier).
© Gelders Archief: 1501-04-9401, onbekende fotograaf. Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Verslag der zitting van den Gemeenteraad, 9-2-1884.
Een deel van de discussie met in rood omrand de opmerking over het lawaai van de stoomfluit.
Verslag van de raadsvergadering, 9-2-1884.
In: Gelders Archief: 2192-108, Secretarie Gemeente Arnhem.
Proefrit wordt wedstrijd paard-stoomtram, 1884
Uit: De Gelderlander, 6-1-1884.
Via Regionaal Archief Nijmegen.

9-2-1884 (zaterdag)
De stoomtram komt eraan!
Op de agenda van de raadsvergadering van zaterdag 9 februari 1884 luidde agendapunt 11: ‘Concessie voor den aanleg en exploitatie van een stroomtramweg Onderlangs’.
Die beoogde concessie was vastgelegd in 25 artikelen en elk artikel werd punt voor punt besproken. Verschillende amendementen werden per artikel ingediend en na lang beraad werd de aangepaste concessie met 24 stemmen tegen één aangenomen.
Het eindpunt van de stoomtram, die via Driebergen-Zeist de stad met Amersfoort zou verbinden, kwam te liggen bij ‘hôtel “de Zon”’ (hotel met circonflexe-dakje op de o). De Arnhemmers kennen dit beter als ‘Du Soleil’ op de Onderlangs, in 1884 genummerd als Rijnstraat en pas later als Onderlangs.
Raadsleden hadden vooral moeite met de bouw van werkplaatsen en remises, die het aanzicht van met bomen omzoomde Onderlangs zouden verpesten. Ook de veiligheid van de kinderen op de scholen in de buurt vroeg de aandacht. Daarnaast werd de eventuele geluidsoverlast van de stoomfluit genoemd (‘Kan de fluit niet vervangen worden door een bel?’), maar ontlokte verder geen grote discussie.
De OSM (Ooster Stoomtram-Maatschappij) kreeg de vergunning en de eerste feestelijke (proef)rit op donderdag 29 mei 1884 werd onverwacht een wedstrijd tussen het traditionele paard en het ijzeren stoompaard.

Literatuur
Bosman, F., Tussen Arnhemse lijnen. 130 jaar openbaar vervoer in en rond Arnhem.
Bilthoven 2009 (Uitgeverij Studio Vervoer Nederland), p. 8-9.

De Gelderlander, 6-1-1884.Via Regionaal Archief Nijmegen.

Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 128.

Verslag van de raadsvergadering, 9-2-1884.
In: Gelders Archief: 2192-108, Secretarie Gemeente Arnhem.

10-2-1900 (zaterdag)

Huis Sonsbeek wordt luxehotel: vijf gulden voor kerstdiner

Hotel Sonsbeek, ca. 1930
De omschrijving bij deze prent luidt ‘Hotel Sonsbeek met drie groote Markiezen met uitzetconstructie’.
© Gelders Archief: 1501-04-13826, onbekende fotograaf. Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Kerstmenu, 1928
Het kerstmenu van het Hotel Sonsbeek in 1928 was ‘prijzig’: voor vijf gulden kreeg je elf gerechten met fraaie Franse titels. En met die prijs kreeg je gratis de ambiance van het restaurant.
Verslag van de raadsvergadering, 9-2-1884.
Uit: Arnhemsche Courant, 21-12-1928.
Via krantensite Delpher.

10-2-1900 (zaterdag)
Huis Sonsbeek wordt luxehotel: vijf gulden voor kerstdiner

Toen de gemeenteraad op 15 april 1899 besloot het Park Sonsbeek te kopen, kreeg het ook 34 gebouwen extra in beheer. Daaronder schuren, boerderijen, tuinmanswoningen en bovenal ‘Huize Sonsbeek’. De villa werd sinds jaren niet meer vast bewoond, want de laatste particuliere eigenaar baron Willem Frederik van Heeckeren verbleef, vanwege enkele schandalen, het liefst in Parijs (zie Verleden Vandaag 1 februari).
De gemeente zat met de villa in zijn maag: groot onderhoud en renovatie was nodig. Op 10 februari 1900 gaf de gemeente daarom toestemming tot het exploiteren van een hotel in het gebouw. Daar werd geen half werk van gemaakt, want alle nieuwe snufjes werden aangebracht: wc’s, badkamers, elektriciteit, warmwatervoorziening. Hotel Sonsbeek werd in een klap een van de meest luxueuze hotels in de stad. Het geheel werd gecompleteerd door een aandachttrekkende zonwering over bijna de hele breedte van het zuidelijke terras. In de zomer had de welgestelde clientèle in de schaduw van de verticaal gestreepte gigantische markiezen een magnifiek uitzicht over de Jansbeek, de stad en de Betuwe tot aan de heuvels van de Berg en Dal toe.
Die aanblik hebben we vandaag de dag, enige kantoortorens buiten beschouwing latend, nu nog steeds. Een kerstdiner voor vijf gulden zit er echter niet meer in.

Literatuur
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 133.

Schulte, A.G., Monumenten in het park.
In: Iddekinge, P.R.A. (e.a.), Sonsbeek. Stadspark van Arnhem. Zwolle 1998 (Uitgeverij Waanders), p. 123-153, p. 129.

Tellegen, J.W.C., Een en ander over Arnhem gedurende de laatste vijftig jaren.
In: 100 jaar werk in uitvoering 1887-1987. Gedenkboek Gemeentewerken – Arnhem.
Arnhem 1987 (Dienst van Gemeentewerken Arnhem), pp. 45-72, p. 69.

In de schaduw van de bomen, ca. 1935
Als het zuidelijke terras toch te warm was, konden de gasten uitwijken naar de schaduw van de bomen aan de noordzijde. Als ze naar de ingang keken, wisten ze waar ze waren: Hotel Sonsbeek.
© Gelders Archief: 1500-3727, onbekende fotograaf. Prentbriefkaartencollectie Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Nieuwe warmwaterinstallatie, 1924
Een kwart eeuw na de inrichting tot hotel werd de warmwatervoorziening gerenoveerd. De Arnhemse firma W. Stokvis met werkplaatsen aan de Oude Kraan/Vijfzinnenstraat zorgde daarvoor.
In: Gelders Archief: 1506-2206, Koninklijke Fabriek van Metaalwaren W.J. Stokvis / Gemeentewerken Arnhem, Kaartenverzameling Gemeente Arnhem. CC-BY-NC-ND-4.0 licentie (alle rechten voorbehouden).

11-2-1532 (donderdag)
Een goede scheerbeurt is hertog Karel een molen waard

Jansbeek met molens, ca. 1737
Vanuit het oosten (het noorden is rechts) kijken we naar de Jansbeek, het vrijwel onbebouwde Burgemeesterskwartier en de Amsterdamseweg. Aan de Jansbeek de verschillende molen met hun molens.
Uitsnede van een kaart van Gijsbert Verbeek, Caerte van het laeste gedeelte van het Wester Quartier van ’t Schependomb der stad Arnhem, enz.
© Gelders Archief: 2003-469, G. Verbeek, Oud Rechterlijk Archief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

11-2-1532 (donderdag)
Een goede scheerbeurt is hertog Karel een molen waard
Een barbier in de 16e eeuw had toch een bijzonder positie. Je was lid van het chirurgijnsgilde en werd geacht eenvoudige medische handelingen te kunnen verrichten. Je messenarsenaal gebruikte de barbier echter niet voor operaties, maar voor het scheren van de mannelijke clientèle. O wee als je mes uitgleed en een kleine snee achterliet op het gezicht van de klant. Zo werd in 1721 een barbier nog beboet met 25 goudgulden, omdat hij een verwonding niet had gemeld.
Heel wat tevredener over zijn barbier Herman Boetzeel was hertog Karel van Gelre. In een oorkonde van 11 februari 1532 kreeg de barbier een stuk land en toebehoren, waaronder een watermolen. Het grondstuk lag tussen ‘dess  cloesters sent Agneten waitermoelen’ (Agnietenmolen, nu Watermuseum) en ‘onsen ‘Spicker’ (graanopslag en buitenverblijf het ‘Gulden Spijker’) van de hertog (op het eilandje in de Grote Vijver op Sonsbeek). Het is de in 1821 gesloopte Sonsbeker- of Bruininxmolen in de buurt van de huidige Zwanenbrug.
Kijk, dan word je graag geknipt en geschoren.

Literatuur
Janssen, G.B., Arnhemse molens en hun geschiedenis. 
Utrecht 1999 (Uitgeverij Matrijs), pp.
27-28.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 278-279.

Nijhoff, Is. An. (red.), Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegeven oorkonden opgehelderd en bevestigd.
(6 delen; Arnhem en Den Haag 1830-1875). Deel 6,  Band 3, no. 1670, pp. 1008-1009.

12-2-1622 (zaterdag)
Walburgiskerk wordt militaire gevangenis

Walburgiskerk, 1737
© Gelders Archief: 1551-2853, onbekende tekenaar. Topografisch-Historische Atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Walburgiskerk in de winter, ca. 1830
Dit gezicht op de Walburgiskerk en rechts daarvan de toren van de Eusebiuskerk krijgt door het winterse schaatstafereel op de Lauwersgracht een extra romantisch tintje.
Schilderij van Abraham Johannes Couwenberg (1806-1844).
© Museum Arnhem, GM 12001. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

12-2-1622 (zaterdag)
Walburgiskerk wordt militaire gevangenis
Sinds de Arnhemse Beeldenstormen van 1578 en 1579 was het protestantse geloof (Neder-Duits Hervormd) leidend in de stad. In de Grote Kerk werd de rooms-katholieke aankleding  (heiligenbeelden, monstransen, schilderingen) verwijderd. De kerk werd een sober godshuis in de opvattingen van de ‘nieuwe ware leer’. De kloosters en de gasthuiskapellen binnen de stad werden buiten gebruik gesteld. De kloosters buiten de stad (Mariëndaal, Monnikenhuizen, Bethaniën) werden gesloopt. De stenen werden hergebruikt bij de versteviging van de stadsmuur of het bouwen van woonhuizen.
Het calvinistische stadsbestuur zat wel in de maag met de Walburgiskerk. Sloop van het gebouw ging een brug te ver, maar welke bestemming moest het dan hebben? Die werd gevonden in de politiek-militaire omstandigheden, de Nederlandse Opstand van de zeven noordelijke gewesten tegen het Spaanse gezag. De kerk werd ingericht als wapenopslagplaats en ging verder door het leven als ‘Bussenhuis’ en ‘Arsenaal’. Er was plek genoeg, want de kerkbanken waren na de Arnhemse Beeldenstorm weggehaald.
Er was nog voldoende ruimte over en daarom werd op 12 februari 1622 besloten een deel van het gebouw in te richten als militaire gevangenis. Een ‘provoost’, een militair officier met opsporingsbevoegdheid, hield toezicht op de wapens en de veroordeelde soldaten.

Literatuur
Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 272-273.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 33.

Staats Evers, J.W., Beschrijving van Arnhem.
Arnhem 1868 (Uitgeverij Is. An. Nijhoff & Zn. / Ongewijzigde facsimile herdruk Europese Bibliotheek Zaltbommel, 1970), p. 93.

13-2-1760 (woensdag)
De prijs van martelen en hangen

Lijfstraffen op de Markt
Links voor de hoofdwacht, waar de militaire bewaking van de bestuursgebouwen op de Markt onderdak had, staan het ‘houten paard’ en de ‘schandton’. Op het ‘paard’ moesten vooral prostituees en bestrafte soldaten plaatsnemen. Met zware gewichten aan hun voeten werden ze zo dagenlang ‘te kijk’ gesteld. In de ‘schandton’ moesten vrouwen staan en dan door de stad lopen, ook ten schande van iedereen die het kon zien.
Verder staan, aan de oostzijde van de Markt naast de hoofdwacht, de gebouwen van het provinciale bestuur (‘het Hof’) en rechts de ingebouwde Sabelspoort.
Prent van Jan de Beijer, De Grote Markt te Arnhem in het midden der 18e eeuw, 1742.
© Gelders Archief: 1551-3969, tekenaar Jan de Beijer, Public Domain Mark 1.0
De Galgenberg (nu Moscowa), 1766.
Waar de Hommelseweg (‘Weg van Arnhem na Deventer / ’t Loo’) en de Apeldoornseweg (bovenste gele weg) elkaar ontmoetten, was tussen de ‘heij-landen’ de Galgenberg.
Uitsnede van Frederik Beijerinck, Caart vertonende de eijgentlijke gedaante van het St. Martens Kerckhoff, (enz.), 1766.
© Gelders Archief, Oud Archief Arnhem 3390. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

13-2-1760 (woensdag)
De prijs van martelen en hangen
Scherprichter, ‘hij die met het scherp van het zwaard recht doet’, was zijn officiële functienaam. We zeggen nu vooral beul. Een scherprichter verrichte arbeid: de rechtbank had een vonnis uitgesproken en de scherprichter voerde die, tegen betaling, uit. Maar zoals bij alle andere beroepen: men was het vaak niet eens over de hoogte van de kosten. Zo ook in 1759: scherprichter Johan Hendrik Anhalt en het stadsbestuur van Arnhem bleven het oneens over de vergoeding van de verrichte werkzaamheden.
Burgmeester en schepenen wilden nieuwe onenigheid in de toekomst voorkomen en stelden daarom op 13 februari 1760 een prijslijst voor Johan op. Nu wisten beide partijen tot in detail waar ze aan toe waren. Enkele prijskaartjes:
– een gewone geseling: drie gulden inclusief vastbindtouwen
– afsnijden van een oor: drie gulden
– knijpen met gloeiende tangen: niet meer dan vijf gulden
– onthoofding met zwaard of bijl: basisbedrag drie gulden plus dertig gulden
– vierendelen van een veroordeelde: basisbedrag drie gulden plus zeventig gulden
enzovoorts, enzovoorts.
De uitvoering van de vonnissen vond plaats op de Markt. Voor het ophangen van de veroordeelden gebruikte men verschillende plekken, de galgenbergen. Uiteindelijk kwam die ten noorden van de stad bij Moscowa. Daar heet het gebied nog steeds Galgenberg, Dan kon iedereen die de stad binnenkwam zien dat met Arnhem niet te spotten viel. En ja, ook voor het transport van de ter dood veroordeelde van de Markt naar de Galgenberg mocht de scherprichter een declaratie indienen: twintig gulden, maar dan moest hij wel zelf voor een kar zorgen.

Literatuur
Aalbers, P.G., Justitiae Sacrum. Zeven eeuwen rechtspraak in Arnhem.
Utrecht 1998 (Uitgeverij Matrijs), p.
42, 230-231.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 138-142.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 84-89.

14-2-1880 (zaterdag)
Klassenverkleining naar 40 leerlingen zorgt voor Heijenoordschool

Heijenoord en Amsterdamseweg, 1874
Rond 1870 veranderde Heijenoord van een villagebied, zie de vrijstaande huizen in het oostelijk deel, in een meer industrieel gebied. Het spoorwegemplacement, ‘Bierbouwerij De Kroon’ (sinds 1860) en de ‘Arnhemse Bandfabriek’ (vanaf 1870) zorgden voor werkgelegenheid. De komst van arbeiders deed de vraag stijgen naar woningen en naar scholen voor hun kinderen.
Uitsnede van Sloten, P.K.P.J. van, Topographische kaart der gemeente Arnhem, enz.
© Gelders Archief: 0509-215, Kaartenverzameling. Public Domain Mark 1.0 licentie.
Schilderstraat met Openbare Lager School XIII, 1974
School ‘No. 13’ werd in april 1883 geopend en was tot de Schoolwet van 1901 een voorbeeld voor de andere scholen in de stad. In 1953 ging de school als Heijenoordschool verder aan de Gentiaanstraat. Na de sloop in 1987 was op het terrein eerst een speelplaats en nu een woningblok.
© Gelders Archief, 1544-2600-0001, Fotocollectie Gerth van Roden CC-BY-NC-ND-4.0 licentie (alle rechten voorbehouden).
Voorbeeld voor andere scholen, 1883
In de Arnhemse Courant werd, in rood omrand, de lofzang bezongen van het voor die tijd geweldige schoolgebouw met o.a. aparte privaten (toiletten) voor jongens en meisjes,
Uit: Arnhemsche Courant, 29-5-1883.
Via krantensite Delpher.

14-2-1880 (zaterdag)
Klassenverkleining naar 40 leerlingen zorgt voor Heijenoordschool
Rond 1880 kwamen in Heijenoord twee ontwikkelingen samen. Tussen de Amsterdamseweg en de spoorlijn hadden zich enkele fabrieken gevestigd en die trokken arbeiders aan. De villabouw, die tot dan toe een hoge vlucht had genomen in dit stadsdeel, werd omgezet in de bouw van arbeiderswoningen.
Twee jaar daarvoor had de Tweede Kamer een onderwijswet aangenomen, waarbij de maximale klassengrootte van 70 naar 40 leerlingen ging. Gemeenten moesten toen ineens nieuwe openbare lagere scholen bouwen. Vandaar dat op 14 februari 1880 de Arnhemse gemeenteraad besloot om bij de Noordelijke Parallelweg grond aan te kopen voor de bouw van een nieuwe school. Dit werd ‘School no. 13’ aan de Schilderstaat, de voorloper van de Heijenoordschool.

Literatuur
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 127.

Vredenberg, J., Heijenoord en Lombok. Van landgoed tot stadsuitbreiding in Arnhem.
Utrecht 2005 (Uitgeverij Matrijs), p. 39.

15-2-1922 (woensdag)
Dat waren nog eens winters: bevroren Rijn

Schipbrug buiten gebruik door drijfijs, 1922
Uit: Arnhemsche Courant, 15-2-1922.
Via krantensite Delpher.
Schipbrug vast in Rijnijs, 1928-1929
In de winter van 1928-1929 bevroor de Rijn nogmaals. Men was te laat om de schipbrug, op de achtergrond, tijdig weg te varen. De winter was zo streng en het ijs zo dik dat men over een groot gedeelte van de Rijn kon lopen.
© Gelders Archief: 1501-04-13244, onbekende fotograaf, Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie.
Schipbrug, ca. 1934
Op deze prachtige aquarel van Johan Hendrik van Mastenbroek zien we de schipbrug in zijn laatste dagen. Op de achtergrond wordt de vaste verkeersbrug (John Frostbrug) gebouwd. Het gezicht op de Rijnkade en de toren van de Eusebiuskerk wordt verlevendigd door een stoomschip.
© Gelders Archief: 1553-79, Topografisch-Historische Atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

15-2-1922 (woensdag)
Dat waren nog eens winters: bevroren Rijn
Precies honderd jaar geleden kwam langzamerhand een eind aan een strenge winterperiode. Door het drijfijs op de Rijn was de schipbrug al een tijdje buiten gebruik. De pontons waren in de vluchthaven gevaren om beschadiging aan de brug te voorkomen. Voor mensen uit de Betuwe was de stad alleen nog bereikbaar met een stoombootje. Die laveerde tussen de ijsschotsen door van de Praets naar het Roermondsplein. Maar met het zachtere weer kon men nu de schipbrug weer terugleggen.
Literatuur
Arnhemsche Courant, 15-2-1922.

16-2-1885 (maandag)
Oorkonde en gedenksteen opening waterleidingnetwerk

Oorkonde opening waterleidingnetwerk, 1885
De oorkonde met de voorgeschiedenis van de opening van het waterleidingnetwerk.
© Gelders Archief: 1506-7707, Arnhemse Waterleiding Maatschappij, kaartenverzameling Gemeente Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Kaart eerste waterleidingnetwerk, 1883
Vanuit het waterpompstation (‘Prise d’eau’) aan de Westervoortsedijk werd het water door de stad gepompt.
© Gelders Archief: 1506-414, tekening van ing. H.P.N. Halbertsma. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Hoogwaterreservoir Hommelseweg, 1885
Het is één van de mooiste torentjes van Arnhem: die van het hoogwaterreservoir in de driehoek van de kruising Hommelseweg-Wagnerlaan. En, hij staat er nog steeds en bekroont  een koepelgewelf waar 1500 kuub water in kan.
Als je daar toch bent, loop even door naar boven.  Restaurant ‘De Steenen Tafel’ huist namelijk in een fraaie betonnen watertoren uit 1928, die werd aangelegd om de nieuwe wijk Geitenkamp van water te voorzien.
© Gelders Archief: 1506-12, Directeur van de Waterleidingwerken / Halbertsma,
Kaartenverzameling Gemeente Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie.

16-2-1885 (maandag)
Oorkonde en gedenksteen opening waterleidingnetwerk
In een fraai gekalligrafeerde oorkonde werd op 16 februari 1885 de hele aanloop naar de dag zelf, de opening van het waterleidingnetwerk, uit de doeken gedaan. Met de in gebruikstelling van de fonteinen bij de Planten- en Vogeltuin bij de Velperweg (nu park van ‘Regina Pacis’) werd de ondergrondse waterleiding van Arnhem in gebruik genomen. Dat werd hoog tijd, want de openbare waterpompen bleken – vooral in de armoedigste buurten als Langstraat en Klarendal – een bron van ziektebesmetting. De cholera eiste in de voorgaande decennia vele honderden slachtoffers.
De exploitatie van het water was in handen van een Belgische maatschappij met de prachtige naam ‘Compagnie Générale des Conduites d’Eau’. Op enkele waterdeksels van het buizennet in de stad is die naam nog te lezen.
Het water werd in een pompstation aan de Westervoortsedijk uit de grond gehaald en dan naar een hoogwaterreservoir aan de Hommelseweg geperst. Vandaar ging het naar de huizen in de stad.
De oorkonde werd in een loden bus achter een gedenksteen in de voorgevel van het pompstation gemetseld. De oorkonde is in veiligheid gebracht en de gedenksteen belandde in een voortuin aan het Staringplein. Geschiedenisspeurders Benno Landsheer en Theo Brink proberen nu (2022) uit te zoeken hoe dat allemaal heeft kunnen gebeuren.
Literatuur
Knap, W. W.G.Zn. en Vergouwe, G.F.C., Arnhem 1233-1933. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest van Arnhems’ stedelijk bestaan.
Arnhem 1933 (Uitgeverij N.V. Drukkerij en Uitgevers-Maatschappij De Vlijt), pp. 193-194.

Ranft, F.R., Nutsvoorzieningen.
In: Meurs, M.H. van e.a. (red.), Arnhem in de twintigste eeuw.
Utrecht 2004 (Uitgeverij Matrijs Utrecht), pp. 144-159, p. 147-149.

Riele, A.W. te, Geschiedenis van de dienst.
In: 100 jaar werk in uitvoering 1887-1987. Gedenkboek Gemeentewerken – Arnhem.
Arnhem 1987 (Dienst van Gemeentewerken Arnhem), pp. 11-44, p.23.

Schaap, K. en Seebach, C., Op uw gezondheid.
Arnhem 1985 (Gemeentearchief Arnhem), p. 26-31.

17-2-1786 (zondag)
Oprichting Vrijmetselaarsloge in Arnhem

De Vrijmetselarij ontmaskerd, 1753
De inhoud van dit werk, uitgegeven door de Arnhemse drukker Jacob Nijhoff, bood het tegendeel van wat de titel suggereert. Toen in Nederland de kritiek op de eerste vrijmetselaarsloges opstak, moest dit vertaalde werk uit Schotland van ‘een gewezen vrijmetselaar’ aantonen dat vrijmetselaars alleen eerzame bedoelingen hadden.
‘In den Corstaniënboom’, Turfstraat
In het koffiehuis ‘In den Corstaniënboom’ was op 17-2-1786 de officiële oprichting\ van de vrijmetselaarsloge Later woonde hier in de Turfstraat Antoon Markus, wiens ‘Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw’ tot op de dag van vandaag een onuitputtelijke bron van historische feitjes, anekdotes en straattypes is.
© Gelders Archief: 1500-1355, Prentbriefkaarten Collectie Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

17-2-1786 (zondag)
Oprichting Vrijmetselaarsloge in Arnhem
De Vrijmetselaars roepen nog steeds een sfeer van geheimzinnigheid op. Een ruim tweehonderd jarig bestaan van de ‘Loge der Geldersche Broederschap’ heeft daar niet veel aan kunnen veranderen. Het aanvankelijk besloten karakter en de gebruikte rituelen en symbolen droegen aan het mysterieuze beeld aan. Nog steeds staat op de website van plaatselijke vrijmetselaars: “Vrijmetselarij stimuleert mensen bewust denkend in het leven te staan. Dat doel is niet uniek, maar de manier waarop dat doel wordt nagestreefd is dat wel; er wordt gebruik gemaakt van symbolen en rituelen.“
Na enkele voorbereidende bijeenkomsten vond op zondag 17 februari 1786 in het koffiehuis ‘In den Corstaniënboom’, recht tegenover ‘De Waag’, de officiële oprichting plaats van de Vrijmetselaarsloge der Geldersche Broederschap.
De twaalf oprichters kwamen uit de Arnhemse elite: advocaten, schepenen, artsen en hoge legerofficieren. Groot verschil met die elite was dat de vrijmetselaars zich baseerden op het gedachtegoed van de Verlichting en dat ze kritisch stonden ten opzichte van de orangistische prinsgezinde bestuurskliek. De patriotse verenigingen in Arnhem (Vaderlandsche Sociëteit, Aan ’t Nut van ‘t Algemeen) ging voor de Loge echter te ver in ideeën en middelen om dat te bereiken.
Dat persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke betrokkenheid altijd hand in hand gingen, bewees de loge ook bij het honderdjarig bestaan. Naast een receptie, een diner en een feestavond werd in 1886 ‘s middags aan honderdvijftig behoeftige gezinnen een maaltijd en brandstof verstrekt.

Literatuur
Aalbers, P.G., Vrijmetselarij in Arnhem in de achttiende eeuw: oorsprong en achtergronden. In: Arnhem de Genoeglijkste,  jrg. 24 (2004), nr. 1, pp. 2-13.

Klep, P.M.M., Economische en sociale ontwikkeling. In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem van 1700 tot 1900.  
Utrecht 2009 (Uitgeverij Matrijs), pp. 116-171, p. 160.

Opregte Haarlemsche Courant, 20-2-1886. Via krantensite Delpher.

Website Vrijmetselaarsloge der Geldersche Broederschap
URL: https://www.dgbarnhem.nl/ (geraadpleegd o.a. 16-2-2022).

18-2-1684 (vrijdag)
Gegijzeld worden, is niet altijd een ramp

Gedenkpenning Willem Muys
Bij de dood van Willem Muys in 1699 schonk het stadsbestuur zijn weduwe ook nog een zilveren gedenkpenning. Zijn gijzelaarschap werd nogmaals genoemd, want links staat o.a.: ‘Rentmeester, En Servys Meester / Hostagier in den Jaar 1674’.
De serviesmeester was verantwoordelijk voor de inkwartiering van soldaten. Dat was een hele klus voor Muys tussen 1672 en 1674 toen ongeveer 2000 Franse soldaten in de stad verbleven.
© Teylers Museum: TMNK 01378. Pictoright Amsterdam (alle rechten voorbehouden).
rSterrenberg en omgeving, ca. 1650
Willem Muys werd met de verkregen heidegrond in 1684 bezitter van een flink deel van het heuvelgebied rondom de Amsterdamseweg. Het werd naar hem ‘De Muyzenberg’ genoemd. Toen in de 18e eeuw een stervorming bos werd aangeplant, veranderde de naam in de Sterrenberg.
Kaart: Schependom van Arnhem. Links de Lichtenbeek en het midden Heyenoord. Daarboven de heidevelden van de Muyzenberg/Sterrenberg.
© Gelders Archief: 4613, Oud Archief Arnhem, Copie van J. van Heuvel uit 1725 naar de kaart van Nic. van Geelkerken uit 1630-1650. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

18-2-1684 (vrijdag)
Gegijzeld worden, is niet altijd een ramp
Op de achtergrond zijn verschillende mensen al druk bezig met de voorbereiding van de Dag van de Arnhemse Geschiedenis in oktober. Het landelijke thema is ‘Wat een ramp!’ en dan mag het ‘Rampjaar 1672’ natuurlijk niet ontbreken. Daar past het volgende bij.

Het stadsbestuur gaf op 18 februari 1684 een stuk grond, dat we nu kennen als de Sterrenberg, cadeau aan de rentmeester van de stad Willem Muys. En dat als nasleep van het ‘Rampjaar 1672’, toen het Franse leger van Lodewijk de Veertiende Arnhem innam.
Na twee jaar bliezen de Fransen weer de aftocht en dreigde de Franse legerleiding de stad te plunderen en in brand te steken. Dat kon afgekocht worden voor 160.000 gulden (de ‘brandschatting’), maar de stad was al helemaal uitgeknepen door de Fransen en kon alleen in termijnen betalen. Toen meldde Willem Muys zich met nog enkele vooraanstaande Arnhemmers om als onderpand te dienen voor het ontbrekende bedrag. Hij ging als gijzelaar (‘hostagier/ostagier’) in Franse gevangenschap en belandde op de terugtocht van het Franse leger in verschillende gevangenissen. Daarvoor werd hij in 1684 beloond met “dertig morgen heetvelden boven den Rooden Haan”. Dat was dus 26 hectare heidegrond ten noordwesten van de herberg ‘De Rode Haan’, die net buiten de Janspoort aan de huidige Amsterdamseweg lag.

Waarom pas tien jaar na de gijzeling? Nou, dan wordt het verhaal wat minder glorieus. Muys had in voorgaande jaren de stad heel wat geld voorgeschoten en zo Arnhem voor een bankroet behoed. Om de rijke Muys (ook handelaar, steenfabrikant en burgemeester van Wageningen) te vriend te houden, kreeg hij dus grond die grensde aan zijn eigen landbezit en bovendien wat fraai zilverwerk.

Literatuur
Duysters, K., Toiletdoos van Horatius van de Velde met wapen van Willem Muys.
In: Arnhem de Genoeglijkste, jrg. 29 (2009), nr. 4, pp. 168-173.

Keverling Buisman, F., Bestuur en rechtspraak circa 1550-1700.
In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem tot 1700.  
Utrecht 2008 (Uitgeverij Matrijs), pp. 92-125, p. 116.

Klep, P.M.M., De economische en sociale ontwikkeling 1550-1700.
In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem tot 1700.
Utrecht 2008 (Uitgeverij Matrijs), pp. 188-221, p. 176-177.

Kotte, W., Van Gelderse Bloem tot Franse Lelie. De Franse bezetting van de stad Arnhem 1672-1674 en haar voorgeschiedenis.
Arnhem 1972 (Gemeentearchief Arnhem), pp. 94-103.

Nijhoff, P., Inventaris van het Oud Archief der Gemeente Arnhem
Arnhem 1864 (Uitgeverij Is. An. Nijhoff & Zoon), p. 465.

Vries, J. de en Jonge J.C. de, Nederlandsche gedenkpenningen verklaard, en met verdere bijdragen tot de penningkunde.
Den Haag-Amsterdam 1837, deel 2, p. XII, No. 4.

19-2-1861 (dinsdag)
Watersnood en kindergedichten

Kaart van de overstromingen, 1861
Het gebied rondom Arnhem met in blauw aangegeven de dijkdoorbraak bij Malburgen.
© LandesArchiv Nordrhein Westfalen Karten-00706_DinA1. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Oproep voor de collecte
Op de voorpagina van de  Arnhemsche Courant maakten B&W van Arnhem de uitvoering van de collecte bekend.
Bron: Arnhemsche Courant, 19-2-1861.
Via krantensite Delpher.

19-2-1861 (dinsdag)
Watersnood en kindergedichten
In januari 1861 was de Rijn weer eens dicht gevroren en op de 28e begon het ijs te kruien. Geweldige ijsschotsen schoven over de Malburgse veerdam en beschadigden de dijk. Bovendien blokkeerde het ijs het aanstromende water uit de Alpen waar de eerste dooi was ingetreden. Door een dijkdoorbraak bij Malburgen overspoelde het hoge water de Malburgse en Meinerwijkse polders. De hoogste waterstand die werd bereikt was 13.54 boven NAP. Nu, bij gemiddelde waterstand, is dat zo’n 3 meter boven NAP.
Ook verderop in de Over- en Neder-Betuwe, het Land van Maas en Waal en het IJsselgebied waren dijkbreuken en grote overstromingen. In totaal betreurde men 37 sterfgevallen.
Op 16 februari riep koning Willem III op tot een landelijke geldinzameling voor de slachtoffers van de watersnoodramp. Op dinsdag 19 februari gingen de leden van de Arnhemse gemeenteraad hoogstpersoonlijk langs de deuren om geld op te halen. En niet zonder succes: de ongeveer 34.000 inwoners van de stad brachten samen fl 54.000,- op.
Ook kinderen lieten zich niet onbetuigd. Er kwam een gift van fl 1,35 bij de ‘Commissie van Onderstand in gevallen van Watersnood in het district Arnhem’ binnen met het volgende gedicht:
‘Mag ik u dit giftje bie-en
van Henriette, Leen en Christien.
Al zijn wij kinderkens niet groot
Toch geven we gaarne aan den watersnood.’


Literatuur
Uit: Arnhemsche Courant, 19-2-1861.
Via KB-krantensite Delpher.

Burgers, T., Watermonumenten. Beken, bruggen, dijken en gemalen in Arnhem.
Utrecht 2010 (Uitgeverij Matrijs), pp. 45-47.

Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 106.

Knap, W. W.G.Zn. en Vergouwe, G.F.C., Arnhem 1233-1933. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest van Arnhems’ stedelijk bestaan.
Arnhem 1933 (Uitgeverij N.V. Drukkerij en Uitgevers-Maatschappij De Vlijt), p. 153.

Mulder, J.R., Keunen, L.J. en Zwart, A.J.M., In de ban van de Betuwse dijken.
Deel 5 Malburgen. Een bodemkundig, archeologisch en historisch onderzoek naar de opbouw van de Rijndijk te Malburgen/Bakenhof, Arnhem.

Wageningen 2004 (Alterra-rapport 405), pp. 90-91.

20-2-1717 (zaterdag)
Luxecel voor internationale topdiplomaat

Georg Heinrich von Görtz
Op deze prent wordt de spot gedreven met Von Görtz. Hij gaf voor de Zweedse oorlogsmachinerie miljoenen ongedekt kopergeld uit en dat wilden zijn tegenstanders hem hier fijntjes laten weten. Zijn gedurfde acties kwamen hem uiteindelijk duur te staan. Nadat zijn beschermheer, de Zweedse koning Karel XII, was overleden werd hij beschuldigd van landverraad. In een showproces werd hij ter door veroordeeld en twee jaar na zijn Arnhemse verblijf eindigde hij aan de galg.
© https://commons.wikimedia.org/wiki/File:G%C3%B6rtz_flyer.jpg, geraadpleegd o.a. 19-2-2022.
‘Oude’ Stadhuis op de Markt, 1790
De ‘gevangenenkamer’ van Von Görtz bevond zich op de begane grond. Die werd vervolgens, tot de sloop van het stadhuis in 1840, de ‘Görtzenkamer’ genoemd. Hier zien we op een anonieme tekening uit 1902 het oude vervallen stadhuis nog in relatieve glorie. De gotische toren werd ruim voor de algehele sloop, in 1802, wegens bouwvalligheid neergehaald.
© Gelders Archief: 1551-2956, Topografisch-Historische Atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

20-2-1717 (zaterdag)
Luxecel voor internationale topdiplomaat
Het ‘oude’ Stadhuis op de Markt moest in 1717 verbouwd worden. De ‘Brandkamer’ op de begane grond, waar de belangrijkste papieren bewaard werden, werd verkleind. Het vrijgekomen deel werd samengevoegd met de belendende kamer, waar vroeger de waag in zetelde. De nieuwe ruimte werd als gevangenenkamer ingericht voor niemand minder dan Georg Heinrich von Görtz, één van de machtigste mannen van zijn tijd.
De Zweedse topdiplomaat was in Arnhem beland in een spionagereis door Europa om steun te winnen voor een opstand tegen de Engelse koning George I. De Engelsen, ook bedreven in de spionage, achterhaalden zijn plannen en gaven de Staten-Generaal de opdracht hem te arresteren. Dat gebeurde op 20 februari 1717 in een paardenstal van herberg De Pauw bij de Korenmarkt (daar komt de naam Pauwstraat vandaan). De machtige Von Görtz opsluiten in de Sabelspoort of de Janspoort dat kon natuurlijk niet. Daarom werd voor hem een luxe gevangenis ingericht. Het ontbrak Von Görtz in zijn zes maanden durende gevangenschap aan geen enkele luxe: o.a. elke dag een fijne pijp tabak, koffie, Rijnse brandewijn en bier. Let wel: elk dag. Bijzonder was dat de Engelsen daaraan meebetaalden, want die wilden hem gezond en wel in handen krijgen. Dat mislukte, want de Zweden namen de Engelse ambassadeur in Stockholm gevangen. De uitruil tussen de diplomaten vond in augustus 1717 plaats. Arnhem was met Von Görtz in zijn midden even de navel van de Europese geopolitieke diplomatie.

Literatuur
Boonstra, O., Passages, passanten: een bezoek aan de Markt.
In: Boonstra, O. en Lunteren, P. van (red.), De Markt van Arnhem. 800 jaar wonen, werken, besturen en bezoeken. 
Hilversum 2017 (Uitgeverij Verloren), pp. 119-138, p. 135-138.

Keverling Buisman, F., Het ‘oude’ stadhuis.
In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem tot 1700.  
Utrecht 2008 (Uitgeverij Matrijs), pp. 98-99.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 153-154.
Potjer, M., De gevangenis als driesterren hotel voor baron von Görtz (1717).
In: Arnhems Historisch Tijdschrift, jrg. 38 (2018), nr. 1 pp. 24-26.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 65.

21-2-1634 (zaterdag)
Verbod op ‘publieke huizen’

Besluit stadsbestuur, 1634
Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 38-39.
Janspoort met herberg, 1742
De straatjes achter de stadsmuur bij de Janspoort waren bekende plekken voor ‘publieke huizen’. Aan de rechterkant van de Jansstraat hangt het uithangbord van een herberg.
Tekening van Jan de Beijer, 1742.
© Gelders Archief: 1551-2815, Topografisch-Historische Atlas. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

21-2-1634 (zaterdag)
Verbod op ‘publieke huizen’
Bordelen, huizen van plezier, sexwerkplekken, massagesalons; geef het maar een naam.
Al sinds het begin der tijden worstelt de overheid met betaalde seks en prostitutie. Dat was in 1634 ook het geval en het stadsbestuur besluit op 21 februari de “publieke huizen’ uit te roeien. Daarmee werd ook het consumeren en aanbieden van betaalde ‘liefde’ in herbergen en tapperijen bedoeld. De kroniekschrijver voegde daar meteen aan toe dat dit niet was gelukt. In december werd een tapper (cafébaas) bestraft die toch met de ‘publieke activiteiten’ was doorgegaan.

Literatuur
Keverling Buisman, F., Logementen en herbergen in Arnhem omstreeks 1825.
In: Keverling Buisman, F. (red.), Arnhem van 1700 tot 1900.  
Utrecht 2009 (Uitgeverij Matrijs), pp. 142-143.

Potjer, M., Acties voor en tegen de erkenning van  Arnhemse bordelen, 1860-1901
In: Arnhem de Genoeglijkste, jrg. 28 (2008), nr. 1, pp. 8-17.

Staats Evers, J.W., Kroniek van Arnhem 1233-1789. Meerendeels uit officeele bescheiden bijeenverzameld.   
Arnhem 1876 (Van Egmond & Heuvelink), p. 38-39.

22-2-1944 (dinsdag)
Vergissings- of stupiditeitsbombardement?

‘Vreedzame Arnhemsche burgerij en Anglo-Amerikaanse oorlogsvoering’
De door de Duitsers gecontroleerde Arnhemse Courant deed twee dagen na het bombardement op de voorpagina verslag van de ‘Anglo-Amerikaanse oorlogsvoering’.
Uit: Arnhemsche Courant, 24-2-1944.
Via KB-site Delpher.
Bominslagen rondom de Westervoortsedijk, 22-2-1944
Uitsnede van een kaart met de titel ‘Brisantbommen gevallen op 22 februari 1944’. Het is wat lastig te zien, maar met rode stippen zijn de bominslagen aangegeven.
© Gelders Archief: 1506-749, Kaartenverzameling Gemeente Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).
Duitse propaganda, 1944
De Duitse propagandamachine wist wel raad met het geallieerde bombardement op de Nederlandse steden.
© Beeldbank WO2 NIO 1055321.

22-2-1944 (dinsdag)
Vergissings- of stupiditeitsbombardement?
Het wordt het ‘vergissingsbombardement’ genoemd. De lading die de Amerikaanse B-24 Liberators-bommenwerpers loslieten op Nijmegen, Arnhem en Enschede. Met grote verwoestingen en honderden doden als resultaat. Achthonderd daarvan in Nijmegen, 57 in Arnhem, 150 in Enschede en één in Deventer.
In Operation Argument in The Big Week konden op dinsdag 22 februari 177 geallieerde bommenwerpers hun eigenlijke doel, de oorlogsfabrieken in de Duitse stad Gotha, door opstekende wind en miscommunicatie niet bereiken. Ze keerden terug en kregen de opdracht om hun bommen op gelegenheidsdoelen te laten vallen.
In Arnhem werd het industrieterrein aan de Westervoortsedijk en het daarachter gelegen spoorwegemplacement in het Broek gekozen met alle fatale gevolgen vandien. Niet alleen de gasfabriek, Rijnwijk en de Van Verschuerwijk kregen voltreffers, maar zelfs Malburgen-West.
Je vergeeft het je geallieerde vrienden al snel: het was een ‘vergissing’. De Duitse propaganda wist er wel raad mee: in affiches en de door de Duitsers gecontroleerde Arnhemsche Courant werd de bevolking fijntjes onder de neus gewreven: zijn dat de Anglo-Amerikaanse vrienden?

Literatuur
Defilet, M. en M. Splinter-Dupont, De Arnhemse gasfabriek. Geschiedenis en archeologie van de gasvoorziening.
Utrecht 2016 (Uitgeverij Matrijs), p. 40.

Jacobs, I. D., Arnhem 40-45.
Zwolle 2014 (Uitgeverij WBooks), p. 32-33.
De vermelding dat de Arnhemsche Courant op 23 februari verslag deed van het bombardement moet 24-2 zijn.

Lenders, W.P.H. Verwoestingen en ontberingen. Gelderland in 1944-1945.
In: Verhoeven, D. (red.), Gelderland 1900-200. Zwolle 2006, (Uitgeverij Waanders), pp. 261-266.


Visser, G., Oorlogsjaren op de gasfabriek, Een ooggetuigenverslag van Nico Unck.
In: Arnhems Historisch Tijdschrift, jrg. 39 (2019), nr. 1, p. 21-33.

23-2-1578 (donderdag)
Alleen stadsbier bij carnaval

Is het dan toeval dat het stadsbestuur van Zutphen op 23 februari 1578 vraagt of Arnhem zich wil aansluiten bij een verbod op bieren buiten de stad?
Op het brouwen en nuttigen van bier werd belasting geheven. Het gruitrecht (het alleenrecht om dit kruidenmengsel voor bier te gebruiken) uit de middeleeuwen was vervangen door een hopaccijns (hop had de functie van gruit overgenomen). Bovendien werd ook bij de verkoop van bier accijns geheven. De hop- en bieraccijnzen waren één van de voornaamste inkomstenbronnen van een stad. En dan wilden de stadsbesturen niet dat brouwers buiten de stad bier gingen aanbieden. Die brouwerijen moesten dus verdwijnen. Gelukkig waren er in Arnhem genoeg brouwerijen om aan de vraag naar bier bij carnaval te kunnen voldoen.

Literatuur  
Bosch, R.A.A., Stedelijke macht tussen overvloed en stagnatie. Stadsfinanciën, sociaal-politiek structuren en economie in het hertogdom Gelre, ca. 1350-1550.  
Hilversum 2019 (Uitgeverij Verloren, Werken Gelre no. 62), p. 398-403.

Defilet, M.P., Beneden het maaiveld. Archeologie in Arnhem. Utrecht 2012 (Uitgeverij Matrijs).

Mark, R., Wemerman, P.J.L. en Venne, A/. van de, Aan de Beek, op de Beek: 1000 jaar wonen aan de St. Jansbeek te Arnhem: basisrapportage archeologisch onderzoek Arnhem-Musiskwartier. Arnhem 2009 (Gemeente Arnhem Archeologisch Rapport 8). P. 95-101.

Nijhoff, P., Inventaris van het Oud Archief der Gemeente Arnhem. Arnhem 1864 (Uitgeverij Is. An. Nijhoff & Zoon), p. 299

Bierbrouwerijen in de Beekstraat, ca. 1650
In de Beekstraat (nr. 31 Op de Beeck op de kaart), bij het Brouwersplein (!), zijn bij opgravingen verschillende bierbrouwerijen langs de Jansbeek teruggevonden. nr. 32 is ‘t  Land van de Marckt en daaraan staat de St. Nicolaaskerk (nr. 6, gesloopt in 1858).
Verder: 22. De Nieustadt en 33. Brandssteegh.
Detail van een plattegrond van Arnhem, uitgegeven door Joan Blaeu naar de kaart van Nicolaes Geelkercken uit 1639.
© Joan Blaeu, Tonneel der Steden. Amsterdam 1649 (Scheepvaartmuseum, Collectie Atlas van Loon).

24-2-1862 (maandag)
Belasting op gedistilleerd vlak voor carnaval?

Advertentie voor gedistilleerd, 1872
De firma Goedhart bood ondanks alle belastingheffingen nog vele soorten gedistilleerd aan.
Uit: Arnhemsche Courant, 20-5-1872.
Via KB-site Delpher.

24-2-1862 (maandag)
Belasting op gedistilleerd vlak voor carnaval?
We verbaasden ons gisteren in ‘Verleden Vandaag’ over beperkingen van de bierproductie in de 16e eeuw vlak voor carnaval. Drie eeuwen later was het hetzelfde laken een pak, maar dan met de sterke drank. In de gemeenteraadsvergadering van 24 februari 1862 werd gesproken over belastingheffing op gedistilleerd. Dat waren niet alleen de jenevers en likeuren, maar ook reukwaters en vernissen waarin alcohol zat.
De discussie laat zich raden: moeten alle vloeistoffen op een hoop gegooid worden, is dit de manier om alcoholmisbruik aan te passen, wat moeten schilders en meubelmakers als ze extra kosten maken voor hun lakken, is het niet schadelijk voor de plaatselijke likeurstokerijen? Nadat het algemene voorstel met een stem meerderheid (negen tegen acht) werd aangenomen, ontstond over de verschillende artikelen weer zo’n discussie dat uiteindelijk het voorstel werd aangehouden. Of dat verstandig was, zo vlak voor carnaval?

Literatuur  
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 105.

Verslag der zitting van den Gemeenteraad, 24-2-1862.
In: Gelders Archief: 2192-86, Secretarie Gemeente Arnhem.

25-2-1865 (zaterdag)
Besluit tot bouw HBS Willemsplein

HBS op het vroegere paardenwed, 1865
Als plek voor de nieuwe ‘hoogere burgerschool’ werd het vroegere paardenwed (plek waar paarden konden drinken en gewassen werden) buten de inmiddels afgebroken Janspoort. De paardenwed lag naast de in 1837 geopende Willemskazerne.
Verslag der zitting van den Gemeenteraad, 25-2-1865.
In: Gelders Archief: 2192-89, Secretarie Gemeente Arnhem.
HBS, ca. 1910
Op de daklijst houden twee leeuwen (bijnamen Grim en Grom) het wapen van Arnhem vast, De HBS was een gemeentelijke school.

25-2-1865 (zaterdag)
Besluit tot bouw HBS Willemsplein
Het was één van de meeste iconische gebouwen van Arnhem: de witte, neoclassicistische HBS op het Willemsplein. De bouw van ‘hoogere burgerschool’ was het gevolg van de nieuwe landelijke onderwijswet van 1863. De liberale regering van Johan Rudolf Thorbecke wilde, naast het de Latijnsche School (gymnasium) een nieuwe school die de zonen van de gegoede burgerij zou opleiden tot de hogere functies in de handels- en bankwereld. Toegang tot de universiteit gaf de HBS niet direct, daarvoor bleef een gymnasium vereist of een HBS-diploma en een aanvullend staatsexamen.
Het opvallende gebouw was een creatie van stadsarchitect F.W. (Frits) van Gendt JGzn. In 1905 werd het de plek voor de driejarige HBS, want de vijfjarige cursus betrok een nieuw gebouw aan de Schoolstraat. Het gebouw had zwaar te lijden van het geweld in de Tweede Wereldoorlog en er werd in 1955 besloten een nieuwe HBS te bouwen, het Thorbecke Lyceum aan de Thorbeckestraat. De HBS aan het Willemsplein werd in 1959 gesloopt, maar de twee leeuwen op de daklijst, met de bijnamen Grim en Grom, verhuisden mee naar het nieuwe gebouw.

Literatuur  
Dijkerman, P., Scholen. Honderdvijftig jaar scholenbouw in Arnhem.
Utrecht, 1997 (Uitgeverij Matrijs), p. 11-12.

Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 105.

Lavooij, W., Van neostijlen tot Nieuwe Kunst. Arnhemse Architectuur uit de negentiende eeuw. Utrecht, 2017 (Uitgeverij Matrijs), p. 71-73.

Markus, A., Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw. Met geschiedkundige aantekeningen.
Arnhem, 1975 ongewijzigde herdruk van 1906 (Uitgeverij Gijsbers & Van Loon), p. 19.

Schulte, A.B.C en A.G. Schulte, De verdwenen stad. Arnhem voor de verwoesting van 1944-1945.
Utrecht, 2004 (Uitgeverij Matrijs), p. 71-73.

Verslag der zitting van den Gemeenteraad, 25-2-1865.
In: Gelders Archief: 2192-89, Secretarie Gemeente Arnhem.

Opening HBS, 1866
De leerlingen betraden het gebouw voor het eerst maandag 17 september (ook om andere redenen in 1944 een bijzondere datum) 1866.
Uit: Arnhemsche Courant, 13-9-1866.
Via KB-site Delpher.
Willemsplein met HBS en Royal, 1954
Het Willemsplein in volle glorie in de jaren vijftig. Het naoorlogse café Royal met zonneterras, de HBS en de voetgangerstunnels.
Ansichtkaart.

26-2-1959 (zaterdag)
Opening Thorbecke Lyceum

Opening Thorbecke Lyceum, 1959
Tal van toespraken van verschillende onderwijs-, school- en gemeentebestuurders moesten de opening van het nieuwe schoolgebouw opluisteren.
Uit: Arnhemsche Courant, 26-2-1959.
Via KB-site Delpher.
Thorbecke Lyceum, 1959
Het gebouw vlak na de opening. Bovenop de klokkentoren de Phoenixwindwijzer. Voor de school moeten de in kalksteen gebeeldhouwde steigerende paarden van de kunstenaar Ubbo Scheffer de oneindige energie van de leerlingen symboliseren.
© Gelders Archief: 1577-217, fotograaf C.J. Borgardijn. CC-BY-NC-ND-4.0 licentie.
Maquette achterzijde Thorbecke Lyceum
Eén van de eerste ontwerpen van de school werd in een maquette weergegeven.
© Gelders Archief: 1501-04, Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).

26-2-1959 (zaterdag)
Opening Thorbecke Lyceum
Gisteren zagen we in Verleden Vandaag dat op 25 februari 1865 de gemeenteraad besloot tot het bouwen van de HBS aan het Willemsplein. Vandaag op 26 februari 1959, zo’n honderdjaar verder in de tijd, was de feestelijke opening van één van de opvolgers van de HBS: het Thorbecke-lyceum. De in gebruikname was wel de definitieve doodsteek voor het schoolpand aan het Willemsplein. Het werd nog hetzelfde jaar gesloopt. De leerlingen trokken met het Politiemuziekkorps in een gekostumeerde optocht van het oude naar het nieuwe gebouw. Daar verrichtte burgemeester Chris Matser de officiële opening.
De nieuwe school aan de Thorbeckestraat mocht er ook wezen. Het was en is (nu huist het Stedelijke Gymnasium Arnhem, SGA, in het pand) een schitterend voorbeeld van wederopbouwarchitectuur van de Arnhemse stadsarchitect Johannes van Biesen (1892-1968). Het was één van zijn laatste creaties en werd gezien als de bekroning van zijn jarenlange Arnhemse carrière (stadsarchitect van 1920 tot 1957).  Het ontwerp in de trant van het traditionalisme, met baksteen en glaspartijen, kreeg met de klokkentoren een moderne uitstraling. De Phoenix-windwijzer die de torentop bekroonde, symboliseerde de herrijzenis van het land na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog.

Literatuur
Dijkerman, P., Scholen. Honderdvijftig jaar scholenbouw in Arnhem. Utrecht, 1997 (Uitgeverij Matrijs), p. 54-55.

Vredenberg, J., Johannes van Biesen. Architect van de Gemeente Arnhem. Utrecht 1999 (Uitgeverij Matrijs), p. 55-57.

Vredenberg, J., Johannes van Biesen 1892-1968. In: Vredenberg, J. (red.). Architecten in Arnhem, Oosterbeek en Velp. Ontwerpers van gebouwen, stedelijke ruimte en landschap tot 1965. Utrecht 2019 (Uitgeverij Matrijs), p. 155-156.

27-2-1942 (vrijdag)
Arnhemse heldendood in de Javazee

Eugéne Lacomblé (1896-1942)
In: Eigen Haard, 1935
Hr. Ms. ‘De Ruyter’, 1939
De ‘De Ruyter’ aangemeerd aan de Kruiserkade in Den helder. In geel: Eugène Lacomblé die in 1939 eerste officier was op de kruiser. In januari 1942 volgde de benoeming tot gezagvoerder.
© Nederlands Instituut Militaire Historie
Ik val aan, volgt mij
De fameuze woorden ’Ik val aan, volgt mij’ van Karel Doorman is één van de fraaie mythes van de Slag in de Javazee. De exacte woorden waren ‘All ships follow me’ en waren bedoeld om de geallieerde oorlogsvloot te hergroeperen in één linie.
© Geheugen van Nederland, BG E16/877 (affiche), 150 jaar Nederlandse reclame, ReclameArsenaal.

27-2-1942 (vrijdag)
Arnhemse heldendood in de Javazee
Een klein straatje op Presikhaaf is naar hem vernoemd, de Lacombléstraat. Weinig Arnhemmers weten wie deze stadgenoot, Eugène Lacomblé, was. Toch vervulde hij een moedige en tragische heldenrol in de beroemde Slag in de Javazee.
Lacomblé, geboren in 1896 in de Spijkerstraat en doorliep een voorbeeldige marinecarrière. Hij werd in januari 1942 benoemd tot gezagvoerder van het vlaggenschip van de Nederlandse oorlogsvloot, Hr.Ms. ‘De Ruyter’.
Nog geen week na zijn benoeming onderscheidde Lacomblé zich al In de Slag in de Balizee/Kangean. Tegen de Japanse overmacht in de Slag in de Javazee was hij echter niet opgewassen. Vanaf zijn ‘De Ruyter’ voerde schout-bij-nacht Karel Doorman het gehele opperbevel over de geallieerde vloot. Doorman en Lacomblé stonden samen op de brug van het schip toen het om 23.34 uur werd getroffen door een torpedo van de Japanse kruiser ‘Haguro’.
In woorden van één van de weinige overlevenden:
De commandant Lacomblé zei: “Nu is het afgelopen.”
‘De Ruyter’ bleef na de voltreffer nog drie uur drijven. Overste Lacomblé gaf bevel om het schip te verlaten: “Jongens tracht je te redden, het schip is verloren en er is niets meer aan te doen. God zij met jullie.” 
Ik heb hem nooit teruggezien, voor mij zal hij altijd een groot man zijn.”
Naar: korporaal der mariniers Rozier van ‘De Ruyter’. In: K. Bezemer, Zij vochten enz.

Aan geallieerde kant stierven in de Slag in de Javazee 2.300 opvarenden, aan Japanse kant 36. Lacomblé werd postuum geëerd met de Militaire Willemsorde en een straatje op Presikhaaf.

Literatuur
Bezemer. K.W.L, Zij vochten op de zeven zeeën. Verrichtingen en avonturen der Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog.
Zeist 1954 (Uitgeversmaatschappij W. de Haan), p. 180, 260, 341, 360 e.v.

Doedens, A. en Mulder, L., Slag in de Javazee, 1941-1942. Oorlog tussen Nederland en Japan.
Zutphen 2017 (Walburg Pers), p. 167-168, 188.

28-2-1903 (zaterdag)
Besluit asfaltering binnenstad

Hoe vaak zijn de winkelstraten in de binnenstad niet van een nieuwe toplaag voorzien? Om de zoveel tijd worden nieuwe stenen gelegd om de aantrekkelijkheid van het centrum te vergroten.
Hoe anders was dat in 1903 toen de gemeenteraad op 28 februari besloot om fl 33.700,- te lenen om de winkelstraten van oost tot west (Roggestraat-Rijnstraat) te asfalteren. De winkels moesten immers goed bereikbaar zijn voor het toenemend aantal auto’s. Toen in 1911 ook nog de elektrische tram door de stad werd geleid, was het oppassen voor de argeloze ‘shoppende’ Arnhemmers.

Literatuur
Fockema, D., Hogerlinden J.G.A. en Wal, G. van der, Gedenkboek van Arnhem 1813-1913. 
Rotterdam 1813 (N.V. W.N.J. van Ditmar’s Uitgevers Maatschappij), p. 135.

Asfaltering Rijnstraat, 1909
Het duurde enkele jaren voordat de asfalteringswerkzaamheden voltooid waren. We kijken vanaf de Vijzelstraat de Rijnstraat in, waar druk aan het wegdek wordt gewerkt. Op de plek van het pand met de klok rechts staat nu de McDonalds. Het derde pand links is de nog steeds fraaie Matador/Moriaen. Op de achtergrond is de klokkentoren van het St. Petersgasthuis nog te zien. De afzender van de kaart is de firma Spiro en Co. die een stoffenzaak had op Rijnstraat 44.
© Gelders Archief: 1523-137-0021, Fotoalbums. Public Domain Mark 1.0 licentie (auteursrechtenvrij).