Arnhemse kloosters, 1400-1580

Getijdenboek klooster Bethaniën
Margariet Block, 1469.
© Bibliotheek Arnhem, Collectie Oud Bezit OB_­287­0_593
Gebedenboek Maria van Gelre, klooster Mariënborn
Op het landgoed Mariëndaal stond tot 1587 het klooster Mariënborn. Een deel van de rijke geschiedenis van dit klooster is de productie van het gebedenboek van hertogin Maria van Gelre (1380-1427).
© Omroep Gelderland, Ridders van Gelre, 4 minuten.

In 1404 werd even buiten de stad bij het voormalige landgoed van de burgemeesters Van Presickhave een vrouwenklooster gesticht met de naam Bethanië. Het klooster, dat in 1426 werd ingewijd, had een speciale schrijfkamer, waarin nonnen gebedenboeken overschreven. De met goud uitgevoerde blauwe beginletters van ieder hoofdstuk vormen een prachtig geheel met de ranke versieringen in de kantlijn. Van het getoonde getijdenboek kennen we zelfs de naam van de uitzonderlijk begaafde maakster uit 1469: Margariet Block.

Kloosters, centra van ontwikkeling

Het grondgebied van Arnhem was in de negende eeuw vooral in bezit bij de kloosters van Elten en Prüm. Op eigen kloostergebouwen moest de stad nog 500 jaar wachten. In de veertiende eeuw werden buiten de stad twee kloosters gebouwd. In de 1342 stichtten monniken van de Kartuizerorde ten oosten van de stad het klooster Monnikenhuizen. Westelijk van de stad verscheen het Augustijnenklooster Mariëndaal. Dit klooster volgde al snel de regels van de Moderne Devotie. Dat deden ook de nonnen, ‘de zusters des gemeenen levens’, van het klooster Bethanië. De Moderne Devotie had een stevige basis in Arnhem, want ook een derde klooster liet zich inspireren door de ideeën van Geert Grote en Thomas a Kempis. Dit Agnietenklooster werd in 1404 binnen de stadsmuren aan de beek gesticht.

De vestiging van nieuwe kloosters ging met het nodige rumoer gepaard. Door de ondersteuning van een kloosterorde probeerden de graven van Gelre hun invloed in de stad te vergroten. Bovendien verloor het Benedictijnenklooster van Prüm met haar parochiekerk, de Eusebiuskerk, het godsdienstige alleenrecht. Het Prümerklooster vreesde verlies van inkomsten. Daarom werd bij de stichting van het Agnietenklooster de verdeling van offer- en collectegelden geregeld. De welvaart van de kerk werd vooral ter discussie gesteld door de volgelingen van Franciscus van Assisi. Zij zagen het leven in armoede als de ware navolging van Jezus. Deze minderbroeders mochten pas na veel getouwtrek in 1488 het Broerenklooster stichten.

De schrijfkamers van de kloosters groeiden uit tot de eerste scholen van de stad. Zo zetelde de voorloper van het Stedelijk Gymnasium als Latijnse School in de eetzaal van het Broerenklooster. Yoen Arnhem rond 1580 overging op het gereformeerde geloof werden de kloostergebouwen van Monnikenhuizen, Mariënborn en Bethanië gesloopt. Alleen enkele grafzerken, de ‘stenen tafels’, zijn overgebleven. Het Agnietenklooster bood vanaf 1636 onderdak aan het St. Catharina Gasthuis. Het complex werd in de negentiende eeuw gesloopt. Al aan het begin van die eeuw was het Broerencomplex geslecht. Weinigen wisten toen dat aan het eind van diezelfde eeuw het katholieke kloosterleven in een nieuwe vorm weer tot bloei zou komen.

Voormalige kapel van het Agnietenklooster
© Stijn de Vries, 2008.

Van de oude middeleeuwse kloosters binnen en buiten de stad is alleen de vroegere kapel van het Agnietenklooster aan de Beekstraat bewaard gebleven. Het is sinds 1751 in gebruik als Waalse Kerk. In de zuidgevel is op de eerste verdieping nog de deur en de trap te zien die de galerijgang van de kapel verbond met het eigenlijke kloostergebouw.

Klooster Monnikenhuizen
Historieprent van L. Falk, 19e eeuw.
© Gelders Archief THA GM 00144.
Klooster Monnikenhuizen, 1342
Een videoanimatie van het onderkomen van de Karthuizermonniken op de noordoostelijke heuvels van Arnhem.
© Arnhem 3D, 6,5 minuut.

De begraafplaatsen van de in de groene heuvels gelegen kloosters Mariëndaal en Monnikenhuizen werden de laatste rustplaats van veel graven en gravinnen van Gelre. Op deze negentiende-eeuwse tekening van de begrafenis van hertog Willem I in 1402 op Monnikenhuizen is de ligging van het klooster en de verhouding tussen monniken en boerenvolk fantasierijk en toch scherp weergegeven.

Herinneringsplaatsen

Steenen Tafel Monnikenhuizen

Stenen Tafel Mariëndaal

Agnieten/Begijnenmolen (Watermuseum),

Agnietenstraat, Bethaniënstraat, Karthuizerstraat, Geert Grote straat, Thomas a Kempislaan, Broerenstraat

Karmelitessenklooster Warnsborn, Casa de Pauw, Mill Hill, Vrijland Koningsweg